Nederlandse Familienamenbank |
Lannoy, de | < |
Lanooij (y) Delannoy Lannoije (y) Lanoy, de Lannooy, de |
verklaring:
De met veel varianten voorkomende Franse familienaam De Lannoy geeft aan dat de voorouders die de naam verkregen in een plaats of op een plek woonden die bekend stond als l'aunaie = 'het elzenbos'. Heel specifiek verwijst deze familienaam naar het plaatsje Lannoy in het departement Nord nabij Lille. Het adellijk geslacht De Lannoy liet zich vanaf de 13-14e eeuw in de graafschappen Vlaanderen en Henegouwen optekenen.
De losgeschreven naamvorm De Lannoy zelf komt overigens niet veel in Frankrijk voor en meer in Vlaanderen. De aaneengeschreven naamvorm Delannoy is daarentegen zeer frequent in de noordelijke regio Nord-Pas-de-Calais en aangrenzend België.
Een zeventiende-eeuwse familie met deze naam sloot zich bij de West-Indische Compagnie aan. Vervolgens zijn naamdragers uit de Nederlandse Antillen in de laatste decennia in Nederland terechtgekomen en daarbij ook met naamvormen als De Lannooy, De Lanoe, De Lanoi en De Lanooi.
Citeren:
Leendert Brouwer, 'De Lannoy', in: Nederlandse Familienamenbank = CBG Familienamen, Amsterdam, Meertens Instituut / Den Haag, CBG Centrum voor familiegeschiedenis, 2000...
kenmerken:
adresnaam | herkomstnaam |
Franse naam | Antilliaanse naam |
specifieke componenten:
de |
Antilliaanse naam
Nummer ??n van de Antilliaanse familienamen in Nederland is de naam Martina. Die naam is illustratief voor de situatie waarin de familienamen op Cura?ao, Aruba en de andere eilanden ontstaan zijn. Hoewel die situatie uiteraard vergelijkbaar is met die in Suriname, omdat de slavernij in beide koloni?n in 1863 is afgeschaft en een groot deel van de bevolking vervolgens ten behoeve van de burgerlijke stand een familienaam aannam, is in de Antillen de nadruk duidelijk op een ander type achternamen komen te liggen: op de Antillen zijn vooral zogenaamde metroniemen aangenomen. Een metroniem of moedersnaam verwijst als pendant van het patroniem (vadersnaam), dat ontleend is aan de voornaam van een voorvader, naar de voornaam van een voormoeder. In de naamgeving komen saillant de matrifocale familieverhoudingen tot uitdrukking. De slavengemeenschappen concentreerden zich rondom de moeders. Kinderen werden veelal naar hun moeder vernoemd. Dit vernoemingssysteem beperkte zich tot plaatsing van de voornaam van de (ongehuwde) moeder achter de eigen voornaam (moeder had immers geen achternaam). Er was geen sprake van een naamkundige ontwikkeling zoals dat bijvoorbeeld bij het patroniem Jansen uit Janssone heeft plaatsgevonden. De voornaam of de doopnaam van moeder werd in zijn geheel overgenomen zonder enige verbuiging of toevoeging. Wel werd het voorzetsel 'van' gebruikt (bijvoorbeeld in de constructie Simon van Martina), maar dit voorzetsel werd niet als onderdeel van de naam beschouwd.
In de aldus verkregen familienaam Martina zien we overigens ook het kenmerk van de Caribisch-katholieke dominantie terug. Zo zijn er vele familienamen aan Spaans-Portugese voornamen ontleend; in Nederland herkennen we momenteel onder andere de namen Martha, Maria, Cicilia, Isenia, Francisca, Paulina, Marchena, Mercera, Mathilda, Mercelina, Angela, Juliana, Manuela, Rosalia en Felicia als zodanig. Maar puur Hollandse meisjesnamen zien we ook terug als huidige familienaam, al kan de spelling ervan ons nu vreemd toeschijnen, zoals bij de familenamen Cijntje (Sientje) en de spellingsvariant Seintje. Verder te noemen zijn de Antilliaanse familienamen Pieternella, Elizabeth, Gijsbertha, Geertruida, Roosje en Jantje (met de variant Jantji). In naamvormen als Ansjeliena (naast Angelina) en Bregieta (naast Brigitta) zien we dat er soms een Nederlands tintje aangegeven werd.
Het veel voorkomen van de voornaam Martina is wellicht te danken aan de populariteit van de missionaris Martinus Niewindt (Amsterdam 1796-Willemstad 1860), de eerste 'apostolische vicaris' van Cura?ao - en niet aan de naam van het eiland Sint Maarten / Saint Martin, dat eertijds naar de heilige Martinus van Tours werd genoemd. Ook andere afleidingen van de Christelijke doopnaam Martinus komen veel voor als familienaam. De familienaam Martis is de tweede Antilliaanse familienaam in Nederland en ook Martinus, Martes, Martijn en Martien komen veel voor. Deze namen tonen gelijk aan dat er onder de Antilliaanse familienamen ook veel patroniemen zijn. Ze presenteren zich net als bij de metroniemen als nevenschikking, dus zonder achtervoegsel. Enkele sprekende uitzonderingen daargelaten, zoals de familienaam Martiszoon. Vergelijk ten aanzien van dit type de Surinaamse familienamen Augustuszoon, Albertzoon, Jozefzoon, Mendeszoon en Vigelandzoon. Ook Antilliaans zijn de versteende of archa?sche naamvormen Pietersz, Evertsz en Dirksz. Opmerkelijke Antilliaanse patroniemen zijn de familienamen Frans, Pieter, Albertus, Girigorie (uit Gregory; vergelijk Girigoria), Nicolaas, Christiaan, Balentien (uit Valentin; vergelijk Balentina), Job en Jacobus.
Legio Antilliaanse patroniemen zijn niet-Nederlands; onder de meest voorkomende treffen in Nederland de familenamen Richardson, Henriquez, Alberto, Ricardo en Ignacio aan. Talloze avonturiers uit diverse landen hebben zich, al dan niet daartoe genoodzaakt, in de Cara?ben gevestigd en een aantal van hun namen vinden we met meer dan 100 afstammelingen in Nederland terug. We kunnen dit rijtje familienamen opsommen: Maduro, Zimmerman, Janga en Wanga, Leito, Gumbs, Curiel, Doran, Obispo, Rojer, Arrindell, Hodge, Melfor en Wawoe - hieronder treffen we dus werkelijk nog namen van Afrikaanse oorsprong. De familienamen Coffie, Kwidama, Djaoen en Goeloe kunnen hier mogelijk ook toe gerekend worden. Een opmerkelijke Antilliaanse naam van Afrikaanse origine is de nu ook in Nederland veel voorkomende familienaam Sambo. De betekenis die op de familienaam betrekking heeft is: benaming voor een kind van een zwarte vrouw en een mulat (een kind van een zwarte en een blanke ouder) of van een zwarte man en een mulattin. Deze naam brengt illustratief de vermenging tot uitdrukking die in de koloni?n bepaald niet uitzonderlijk was, maar wel werd geregistreerd. Sambo is in wezen een Afrikaanse achternaam die vooral veel in Nigeria en Mozambique voorkomt.
Het Papiaments als spreektaal is zeker van invloed geweest, al was het maar op de spelling van enkele namen. Vergelijk namen als Girigorie voor Gregorius, Jantji en Daantji naast Jantje en Daantje. Waar kan de familienaam Kirindongo met varianten als Quirindongo geplaatst worden? Deze naam heeft zich vanuit Cura?ao over Amerika (en Nederland) verspreid en verbindt zich met het Spaanse 'slang'-woord querindongo voor een 'lover, minnaar, don juan'. Kerin- of Quirin- gaat in wezen terug op de persoonsnaam Quirinus en Dongo is een Afrikaanse naam. De veel voorkomende familienaam Obispo is 'bisschop' in het papiaments, maar het is natuurlijk een Spaans leenwoord. Deze familienaam kan overigens evenals vergelijkbare namen als Apostel en Confessor eveneens als een patroniem worden beschouwd, omdat deze namen als tweede voornamen voorkwamen en als zodanig als het ware als achternaam de burgerlijke stand zijn ingerold.
Ten slotte kunnen we nog de namen van Nederlandse herkomst aanstippen, die in de Antillen vruchtbaar zijn gebleken, zoals Tromp, Jansen, Willems en Van Putten. Een aantal daarvan kunnen nadrukkelijk als Antilliaans worden beschouwd, omdat ze (in de betreffende naamvorm) nog maar weinig of niet in Nederland voorkwamen. De bekendste naam is misschien wel de familienaam Croes, welke familie zich vooral op Aruba heeft genesteld. Vrijwel onbekend in Nederland tot de Antilliaanse remigratie waren de namen Winklaar, Hooi, Daal, De Windt, Geerman, Koeiman, Windster, Vrutaal, Thielman, De Palm, Werleman, Schoop, Boekhoudt, Meulens, Eisden, Schotborg, Paesch, Rasmijn, Plantijn, Koeks, Scharbaai, Roosberg en Toppenberg. Hieronder zullen zeker namen zijn die pas bij de Emancipatie van 1863 gecre?erd zijn. Hieraan kunnen meer typische namen toegevoegd worden, zoals we die ook uit Suriname kennen: Kleinmoedig, Vlijt, Vlijtig, Ridderstap, Ridderstaat, Blijden, Winterdal, Welvaart, Flaneur, Sparen, Goedgedrag, Trouwloon, Van Eer, Blindeling, Loopstok, Strijdhaftig, Adoptie, Boezem, Scherptong, Kibbelaar. Sommige namen zinspelen op de naam van een voormalige slaveneigenaar. Een goed voorbeeld is de naam Rooispruit voor een kind of spruit van een man genaamd Rojer. Rooispruit is echter geen bestendige naamvorm gebleken, terwijl Rojer wel veel in Nederland voorkomt.
De plantage-eigenaar G?n?reux de Lima, zelf een kleurling die bekend stond als sjon (meester) Genereus, heeft met zijn naam gepuzzeld om zijn slaven in mei 1863 de familienamen Demali, Madeli, Lidema, Delmina, Milade, Demila, Medila, Dimela, Ledima, Dameli, Lademi, Lamedi, Medali, Limade, Lemadi, Dimale, Damile, Da?mle, Madile, Deimla, Leimda, Me?lda, Mialde, Dalide, Delmai en Liamde mee te geven. De 36-jarige Johanna en haar vier kinderen verkregen de geslachtsnaam Demali en in Nederland is alleen deze naam bekend. Dat wil zeggen, er is ook een enkeling met de naam Dimale in Nederland terechtgekomen, maar die komt waarschijnlijk uit West-Afrika. Zo heeft shon Genereus toevallig een originele Afrikaanse naam gecre?erd.
Een bestendige ontlening aan de naam van een eigenaar is de familienaam Torbed, een omkering van de bekende Antilliaanse naam Debrot, een naam van Frans-Zwitserse oorsprong. De familienaam Capricorne is op Cura?ao verkregen door "gewezen slaven van Abraham Capriles".
Citeren:
Leendert Brouwer, 'Antilliaanse naam', in: Nederlandse Familienamenbank = CBG Familienamen, Amsterdam, Meertens Instituut / Den Haag, CBG Centrum voor familiegeschiedenis, 2000...
• [Leendert Brouwer, 'Family Name Adoption in the Dutch Colonies at the Abolition of Slavery in the Context of National Family Name Legislation: A Reflection on Contemporary Name Change', in: Genealogy 7 (2023), 4 --- https://www.mdpi.com/2313-5778/7/4/96].
• Op de Antillen waar veel minder plantages waren deed zich een geheel andere situatie voor. Hier werd de eigenaren verzocht om voorafgaand aan de Emancipatie de nieuwe namen op formulieren in te vullen die vervolgens per district in 'Registers der vrijgelatenen' werden samengevoegd. Daar werd echter weinig waarde aan gehecht. Van de vijf districten op Cura?ao zijn er maar twee bundels bewaard gebleven en er is slechts een beperkt aantal namen werkelijk gebruikt ... [Leendert Brouwer, 'Slavernij, excuses en familienamen', CBG Centrum voor familiegeschiedenis (website) 3-6-2024 --- https://cbg.nl/actueel/slavernij-excuses-en-familienamen/].
• "Slaven hadden geen familienaam, zoals uit deze registers (de slavenregisters) duidelijk wordt. In de dagelijkse omgang bestond de gewoonte kinderen te identificeren in combinatie met hun moedersnaam zoals 'Maria van Martha' of 'Anna Anthonia van Francisca'. Naderhand zien we hoe deze gewoonte gestandaardiseerd werd door kinderen bij de burgerlijke stand in te schrijven met als familienaam de voornaam van de moeder. Daarom bestaan ook tegenwoordig nog naar verhouding veel meisjesnamen als familienaam, bij voorbeeld Elisabeth, Eleonora, Felipa, Maria, Martha, Martina of Petrona. (...) Hoewel tijdens de gehele negentiende eeuw geen eenheid in het spellen van namen bestond, tonen de notari?le protocollen na 1863 hoe verwarrend de nieuwe naamgeving voor de voormalige slaven geweest moet zijn. Veel van de vrijgemaakten wisten natuurlijk heel goed wie hun moeder was, sommigen wisten ook wie hun vader was. Dat bij de naamgeving in 1863 in sommige gevallen absoluut willekeurig te werk was gegaan, blijkt uit akten die na het jaar 1863 zijn opgesteld. In deze schriftstukken kunnen we bij voorbeeld lezen: 'Maria Abad zich noemende Isabelle Evertsz', 'Maria Agnes zich noemende Maria Ignees Lopez', (...) 'Cathalina Martha zich noemende Carolina Maduro' (...) Dat in het verleden het katholieke geloof van de ouders een grote rol speelde bij de keuze van een naam voor de kinderen, is evident als men de geboorteaktes van de burgerlijke stand uit de negentiende eeuw doorneemt. (...) Een andere topper was de voornaam Martinus. In ieder gezin was wel een Martinus, Martin, Martijn, Martien, Martina, Martiena, Marty, Marti, Martis of Martes te vinden. Als men weet dat de heilige Martinus volgens de legende zijn bezit deelde met de armen, dan zou de keuze van de katholieke ouders voor deze doopnaam een symbool geweest kunnen zijn voor hun eigen noden en hun hoop op een helpende hand. Nadat Martinus Niewindt in 1824 op Cura?ao arriveerde en later tot eerste bisschop werd benoemd, nam de populariteit van deze voornaam alleen maar toe. (...) Matrifocale gezinnen. De ongehuwde moeder als centrale kern vormde samen met haar kinderen een gezin, eventueel aangevuld met een grootmoeder of broers en zusters van de moeder. Vaak leefden meerdere generaties onder een dak of op hetzelfde erf. Dat valt vooral op in het begin van de negentiende eeuw, toen vrije vrouwen van Afro-Caribische afkomst, soms wel en soms niet getrouwd, van verschillende mannen kinderen kregen. Men kan de oorsprong van deze ongebonden samenlevingsvorm zien in de slavernij, toen partners uit elkaar werden gerukt door willekeurige verkoop" [Monsanto-2009, p 57, 61, 88, 90 (enz.) = Christel Monsanto: Roots Karibense. Carabische wortels. Voorouders van verre, deel 4: De Nederlandse Antillen. Den Haag, Centraal Bureau voor Genealogie, 2009].
• [M.D. Latour, 'Familienamen op Cura?ao', in: De West-Indische Gids 18 (1936-37), p. 195-199 --- https://www.jstor.org/stable/41848083].
• [Krafft-1951 = A.J.C. Krafft, Historie en oude families van de Nederlandsche Antillen, Den Haag 1951].
• [Spendel-2013, p 159-165].
• Caribische Genealogie. Familiegeschiedenissen van overzee (samensteller: Stanley Marugg) --- https://caribischegenealogie.org/.
• Van de vijf districten op Cura?ao zijn er twee lijsten met anno 1863 aangenomen familienamen bewaard gebleven: van het Stadsdistrict en het derde district. De namen die De Lima heeft afgegeven treft men in het 'Register der vrijgelatenen in het derde district, inventarisnummer 116, blad 23 + 023a (= 79)' [https://www.nationaalarchief.cw/api/picturae/slavenregister/persons].
• [Isaac Samuel Emmanuel & Suzanne A. Emmanuel, History of the Jews of the Netherlands Antilles, Cincinnati 1970].
• [Johan Gerard Schermer, Bonaire families --- http://www.bonairefamily.com/index.htm].
• Dutch maritime supremacy from the 16th century onward enabled the Dutch East India Company and the Dutch West India Company to establish many trading posts and a few colonial territories in far-flung parts of the world, often in competition with Spanish, Portuguese, and English rivals. (...) From the Dutch or Netherlands Antilles, now known as the Caribbean Netherlands, has come Martina, which illustrates a Catholic as well as a matrifocal dominance among the population, arising in part from immigration from other Caribbean islands and Latin America. The given names of unmarried mothers were often adopted as family names for their children. As in Suriname, there are also Dutch-language coinages such as Windster ('wind star'), Kleinmoedig ('fainthearted'), Toppenberg ('mountain top'), Vlijt ('diligence'), Trouwloon ('reliable wages'), Loopstok ('walking stick'), Strijdhaftig ('militant'), Scherptong ('sharp tongue'), and Kibbelaar ('quibbler') [Leendert Brouwer & Peter McClure, 'Dutch names from former colonies' from 'Dutch family names', in: DAFN2 (preface of the revised second edition of the Dictionary of American Family Names, edited by Patrick Hanks & Simon Lenarcic, with Peter McClure, New York, Oxford University Press, 2022 --- https://www.cbgfamilienamen.nl/nfb/documenten/DAFN%202,%20ESSAY,%20Dutch%20names.pdf)].
• [Marian van der Klein, Rachel Meijers & Onno de Zwart, Verkenning basis voor naamswijziging in verband met het Nederlands slavernijverleden, Utrecht, Verwey-Jonker Instituut/WODC, 2022 --- https://www.verwey-jonker.nl/publicatie/verkenning-naamswijziging-slavernijverleden/].
• [Marian van der Klein, 'Familienamen en het slavernijverleden. Over een onderzoeksopdracht in een te krap juridisch jasje', in: Justiti?le Verkenningen, 2023, nr 2, p 52-67 --- https://repository.wodc.nl/bitstream/handle/20.500.12832/3276/JV202302-volledige-tekst.pdf?sequence=1&isAllowed=y].
• Name change can only take place in the Netherlands under strict conditions and according to patronizing regulations. At the moment an amendment of name law is being drafted that would give descendants of Dutch citizens whose ancestors lived in slavery an exemption. If they have a family name that their ancestors received upon their release, they may change it free of charge. It remains to be seen, however, whether the desire to adopt new names in keeping with a reclaimed African identity can also be granted. After all, that would conflict with the general regulations when creating a new name. The whole issue shows political opportunism. First, it would be useful to get a good picture of name adoption in light of surnaming in general. Is it right to consider the names in question as slave names? Are they really that bad? It is more likely that precisely the exceptional position now obtained leads to undesirable profiling. In fact, the only solution to embarrass no one is a wholesale revision of the name law that does away with outdated 19th century limitations. Why should anyone be unhappy with their name? Why should someone who insists on having a different name be prevented from doing so? This essay examines the announced change in the law against the background of surnaming in general and the acquisition of family names in Suriname and the Netherlands Antilles in particular [Leendert Brouwer, 'Family Name Adoption in the Dutch Colonies at the Abolition of Slavery in the Context of National Family Name Legislation: A Reflection on Contemporary Name Change', in: Genealogy 2023 --- https://www.mdpi.com/2313-5778/7/4/96/htm].
afkortingen en bibliografische notaties: