Nederlandse Familienamenbank

Naam 
Reef
< Reve, van het < Reeven, van
Revenboer
Reeve, van het

naamsvermeldingen en literatuurreferenties:

• Reve (Nieuwe, Grote en Kleine Reve) is de naam van enige sloten in de polder Dronten, ten zuidwesten van Kampen; vroeger een belangrijk water. Moerman acht verband met rif = 'smalle zandbank' mogelijk. Ongetwijfeld is de e daartegen geen bezwaar; uit een naast riffen voorkomend reven kan zich een singularis met e ontwikkelen, al zou men eerder *Reef dan Reve verwachten. Wel is een bezwaar dat het woord, eerst sedert Kiliaan voorkomend, vermoedelijk in onze taal niet van oudere datum is; immers het is een ontlening aan het Scandinavisch; de Nederlandse verwant luidt rib. Semantisch is het alleszins aannemelijk, dat de benaming van een zandbank overgaat op het erlangs stromende water; maar rif duidt, in overeenstemming met zijn herkomst, meestal banken aan, bestaande uit harde, rotsachtige grond, cq. koraalriffen. Mijns inziens kan men Reve beter identificeren met een ander Nederlands rif: 'strook aan het zeil'. Dit behoort bij ofri. riva = 'rukken, scheuren', en de oorspronkelijke betekenis is 'groeve'; vgl. Vlaams reef, reve = 'streep, striem, groefje', Oostfries riffel = 'voor'. Bij dit woord is de vorm met e - evenals bij het andere rif uit de pluralis ingedrongen - normaal geworden; voor de uitgang -e zie men de genoemde Vlaamse vorm. En, hoewel zeldzaam, is het reeds in het Middelnederlands overgeleverd: reve = zeilen van een molenroede. Hoewel het geslacht in de regel onzijdig is - vandaar ook de familienaam Van het Reve -, vindt men al vroeg weifeling; den rif inbinden, citeert WNT uit Plantijn, terwijl De Bo reef, reve als vrouwelijk kent. Semantisch behoort reve = 'gleuf, groeve' als waternaam bij woorden als sleuf, en het staat niet zo geïsoleerd als bovenstaand Reve zou doen vermoeden. Kiliaan kent het appellatief rif, fris. 'rivus', rifken 'rivulus, en Boekenoogen noemt Zaans Rif, Reef als naam van verschillende wateren, en dan ook van stukken land daaraan gelegen; ook samengestelde waternamen als Gillis-(Jillis-)rif, Pietjes-rif, Kromme Rif, Merkerif, Kerkerif [Schönfeld-1955, p 228].
• Hendryck op dye Refft, in het register van peerden, schaepen, enz. van het kerspel ter Heyne (Heino), 1601 [Bieleman-1980, p 140; vgl. p 137: een cotterste genaamt de Reeft gelegen by die Vogelsang].
• Fenneken Harmsen Reefmans, in 1740 op het goed Reeve onder Harfsen (Gl.) [Muschart-1956: 1957, p 99].
• Jannes van het Reve (Almelo 1794-1872), wever, dagloner; zoon van Mannes (Hermannes) van het (Klijne) Reeve [B. van Dooren, P.J.C. Elema, J. Rientjes & A.J. Stasse, '30 kwartieren van Gerard van het Reve / Gerard Reve (1923-2006)', in: GN 61 (2006), nr 10, p 601-603].
• [Maas-2000, p 18].
• Vgl. NNN: toponiem Vuurreve.

afkortingen en bibliografische notaties: