Nederlandse Familienamenbank

Naam 
Helm, van den / der < Helm
Helm, van
Helmhout
Posthuma van der Helm
Helm de Jong, van der

verklaring:
De familienaam Van der Helm wordt gewoonlijk verklaard als een adresnaam, die aangeeft dat de eerste generatie een huis bewoonde met de afbeelding van een helm op een uithangbord of in een gevelsteen. Vergelijk de vermelding van Willem Lubbertsz in den Helm, Amsterdam 1567. De helm, het metalen hoofddeksel dat de ridder in de strijd enige bescherming bood, was een onmisbaar onderdeel van de wapenrusting. Her en der markeerde het vertrouwen wekkende helmteken herbergen.
De genealogie leert evenwel dat we ons niet uitsluitend bij deze verklaring neer kunnen leggen. Juist de uitgebreide familie Van der Helm uit het Westland en Delfland kan in verband gebracht worden met ene Harpert Danielsz, die omstreeks 1600 helmplanter was! De achternaam die zijn nakomelingen dragen kan als een zinspeling op zijn beroep worden uitgelegd.

Naast Van der Helm komt in mindere mate ook Van den Helm voor. We kunnen daar bij de vorming van familienamen niet helemaal op vertrouwen, maar hier zou een scheidslijn getrokken kunnen worden tussen de beide naamsverklaringen. Volgens het woordenboek is helm als hoofddeksel een zelfstandig naamwoord van het mannelijk geslacht en dient de achternaamconstructie Van den Helm te zijn; vergelijk het hiervoor genoemde prototype 'in den Helm'. Helm in de betekenis 'gras' is echter een vrouwelijk woord en in verbogen vorm is dan Van der Helm correct. Het is echter de vraag of we dit verschil wel mogen maken, aangezien de naam van de helmplantersfamilie met gebruikmaking van de voorzetsel-lidwoord-constructie gemodelleerd lijkt te zijn naar de adresnaam, die in het nabije Den Haag, waar Van der Helm ook veel voorkomt, al in de Middeleeuwen bekend moet zijn geweest; in 1390 werd aldaar een herberg 'in den Helm' vermeld. Soms is ten aanzien van de verbuiging van het lidwoord in 'den' of 'der' de beginconsonant van het hoofdwoord bepalender dan het gebruikelijke woordgeslacht (of het woordgeslacht wijkt in de achternaamconstructie derhalve af van de norm). De naamvalsverbuiging van het lidwoord volgt niet uit het woordgeslacht, maar het lidwoord reageert op de beginletter van het erop volgende hoofdwoord. Zo verkeerde men met betrekking tot de consonant H- bij de achternamen Van den of der Hoek en Van den of der Ham ook in dubio. Hoek en ham zijn in toponymische zin mannelijke woorden en derhalve bevatten Van den Hoek en Van den Ham de correcte lidwoord verbuiging. Toch komt Van der Hoek bijna evenveel voor als Van den Hoek en komt Van der Ham meer voor dan Van den Ham, en dat is niet omdat deze naamvorm aan een beenham refereert, welk woord in het woordenboek wel als 'vrouwelijk' is herkend. (Al is het niet uitgesloten dat er een familienaam Van der Ham voortleeft, die zijn naam wel te danken heeft aan een vleeshuis of herberg die zich met een smakelijke ham afficheerde.)

Citeren:
Leendert Brouwer, 'Van der/den Helm', in: Nederlandse Familienamenbank = CBG Familienamen, Amsterdam, Meertens Instituut / Den Haag, CBG Centrum voor familiegeschiedenis, 2000...


kenmerken:
adresnaam metonymische beroepsnaam

specifieke componenten:

van den / der