Nederlandse Familienamenbank

Naam 
Lee, van der
< Leeden, van der < Leede, van der
Leden, van der
Liet, van der

naamsvermeldingen en literatuurreferenties:

• Over de waternaam Lede/Lee:
- Nederlands Lee, Lei, middelnederlands lêde, leide, behoort bij het werkwoord leiden. Het heeft betrekking op een geleide, dat wil zeggen een vergraven of gegraven, waterloop. Het woord is in tal van toponiemen bewaard gebleven. Naast lede, leide en de door syncope van d ontstane vormen lee, lei treft men in de kuststreek, vooral in Hollandse dialecten, liede. Enkele toponiemen (plaatsnamen) die deze waternaam bevatten, zijn Leiden (de plaats die de naam in feite van Leiderdorp heeft opgenomen, dat oorspronkelijk Leithon heette en Leitherdorpe werd), Leimuiden, Leerdam (samengetrokken uit Lederdamme), Leerbroek (alwaar het Huis ter Lede), Haarlemmerliede, enz. [Schönfeld-1955, p 150].
• Jan van der Lede, heer van ter Lede of Leerdam, 1280 [in: Geldersche Volks-almanak 46 (1880), p 42].
• ... ende heren Janne van Leede, Dordrecht 1283-84 [Stadsrek. Dordrecht 1283-87, p 8].
• Jan heer Dircsz (= Jan mitter Wollen?) (uit de familie Zay/Saeijs), in 1318 beleend met land in de Babbertspolder, vroeger in leen gehouden door Aelwin Spirinxsone en waar later het huis Te Spierinxhoek door zijn nazaten is gebouwd; vader van Goeswijn van der Leede, vermeld 1334-53 [B. de Keijzer, 'Stamreeks Crooswijk', in: Zuidhollandse stam- en naamreeksen, Rotterdam 1986, p 27].
• Johan van der Leede, Zwolle 1399 [Maandrek. Zwolle 1399].
• Een familie Van der Leede stamt uit Leerdam en ontleent de familienaam aan het riviertje De Leede. Jan Dircksz van der Leede (ca. 1650-ca. 1686) vestigde zich te Lexmond; enz. [G. van Oosterom-van der Leede, Genealogie Van der Leede, Alphen aan den Rijn 1994; vgl. Genealogie-CBG 2 (1996), nr 4, p 90].
• Leeden Hoef, Oude Lee Wegh [Cruquius-1712, achttiende stuk (kaartblad Papsousepolder)].
• Zie NNN: toponiemen Le(e)de.

afkortingen en bibliografische notaties: