Nederlandse Familienamenbank |
Berg, van de / den / der |
< | Bergh, van de / den | < |
Bergh Berghe, van den Berghs Bergh, de Hijmans van den Bergh |
naamsvermeldingen en literatuurreferenties:
• Graaf Herman van den Bergh (1558-1611) kwam via zijn vrouw, Maria Mencia van van Wittem/Merode, in 1601 in bezit van van de heerlijkheid Geel. De familie Van den Bergh bewoonde het kasteel Bergh bij 's-Heerenberg in Gelderland. Herman was een zoon van Willem (IV) van den Bergh (1527-1586), die in 1556 met Maria van Nassau, de zus van Willem van Oranje trouwde. In 1712 stierf deze familie Van den Bergh echter uit [Paul Jans, 'De heerlijkheid Geel en de familie Van den Bergh (1601-1633)', in: Jaarboek van de Vrijheid en het Land van Geel 40 (2005), p 4-11]. • F.H. van den Bergh, geb. Delft 1922; nakomeling van Jan Simonsz van den Berch, huw. Groot Ammers 1660 ['Wapenregister', in: Jb. CBG 50 (1996), p 265]. • Jan Wouters van den Bergh, afk. uit Delft, huw. Leiden 1698, lakenwerker [A. van Zegveld-Regeer, 'Kwartierstaat De Kler', in: GBLO 4 (1989), KW 42]. • Joannes van den Bergh (Roosendaal 1752-Wouw 1802) ['Kwartierstaat Josephus Kerremans', in: De Vrijheijt van Rosendale 32 (2011), nr 58, p 27]. • Johannes Petrus van de Bergh, arbeider, Nieuwstadt 1796, 36 j. [Cleven-2008, p 174]. • Gerrit van den Bergh (Ouderkerk aan den Amstel 1787-Laren 1868) [Henk van Hees & Bertie van Wijk-Blom, 'Smedenfamilies in Eemnes', in: Historische Kring Eemnes 23 (2001), nr 1, p 53]. • [G.H.A. Venner, Inventaris van het archief van de familie Van den Bergh te Roermond, Maastricht 1975]. • [Peter Bresser, 'Graaf Hendrik van den Bergh, een portret', in: De Ganzeveer (2013), nr 68, p 18-28]. | |
• Berg, van de(n); van de(n) Berge(n), van den Bergh, van den Berch, van de Bergh(e), van den Berghe(n), van dem Berg(e), van der Bergh(e), van (den) Bergue, Wandenberg, van der Bergue, van dem Bergue, von den Berg, Vondeberg, Vomberg(e), Wanbergue, Wambergue, Wamberghe, Vannemberg(h), -berck, Vaneberg(h), Vaneberck, ten Berge: Zeer verspreide PlN ten Berg(h)e. 1277 Rogerum dictum de Monte = 1285 Rogerus de Berghe, Kooigem (DEBR. 1980); 1326 Jan van den Berghe, Ip. (BEELE). — Lit.: Bk. 1968, 183-4. [WFB2] | |
• Berg, van de(n); van de(n) Berge, van der Berge, ten Berge, van de(n) Bergen, van den Bergh, van de(n) Berghe: Zeer versrpreide PlN ten Berge. 1248-71 Aernout van den Berghe, Antwerpen (VMW); 1478 Franchois vanden Berghe, Terneuzen (STEEGERS); 1618 Marinus Janse van den Berghe, Yerseke (HARTHOORN). [WFZ] |
afkortingen en bibliografische notaties: |
|