Nederlandse Familienamenbank

Naam 
Boven, van < Boven
Bovene, van
Verboven
Beneden, van
Bovendorp

naamsvermeldingen en literatuurreferenties:

• Aernt Aerntsz van Boven uit het Sticht van Münster, in 1577 brouwersknecht te Dordrecht [Bier! Geschiedenis van een volksdrank, Amsterdam 1994, p 67].
• Voorouder: Cornelis Tobiasse van Boven, huw. Krabbendijke 1671; zoon van Tobias Jorisse (van Boven), Valkenisse 1664. Andere vermelding: Anthonis Arends van Boven, lidmaat Borsele 1621, won. Heinkenszand ca. 1640 [M.P. Neuteboom-Dieleman, Johan van Boven & Frank Boeve, Het Zuid-Bevelandse geslacht Van Boven, Rotterdam 1985; vgl. Med. CBG 41 (1987), nr 1, p 4].
• [M.P. Neuteboom-Dieleman, 'Het Zuid-Bevelandse geslacht Van Boven', in: Van Zeeuwse stam (1983), nr 41, p 335].
• Jan Hendriks (van Boven) (& Jannetje Gerrits (van Ommen)), huw. 1779; zoon van Henric Driessen & Wijchmandjen Henrics, huw. 1739 [H. van Boven, Geslachtsregister van de familie Van Boven, Oldebroek 1982].
• Petrus van Boven (Den Dungen 1813-1873) [André Schoones, 'Het kwartierblad van Jan van Zandbeek', in: Het Griensvenneke 36 (2011), nr 2, p 11].
• Boven of Te boven - gehucht gemeente Waspik; vgl. bv. Boven Leeuwen, Boven Pekela (= Nieuwe Pekela), enz. [Pott-1913, p 53].
• [A. Vincent, 'Remarques sur quelques noms de familles belges', in: HCTD 27 (1953), p 72].
• Boven, van:  Iemand die hogerop woont. Vgl. Van Buyten, Derboven. 1306 Jehan de Boven, Ip.(BEELE); 1380 van Trisen van Boven, Ktr. (V fo54).  [WFB2]
• Boven(e), van: Iemand die hogerop woont. Vgl. Van Buyten, Derboven. 1621-1641 Anthonis Arends van Boven, Borsele-Heinkenszand (HARTHOORN).   [WFZ]

afkortingen en bibliografische notaties: