Nederlandse Familienamenbank

Naam 
Wonderen, van
< Vonderen, van < Vonder
Tevonderen
Vondelen, van

naamsvermeldingen en literatuurreferenties:

• Vonder, van de(n/r); van de(n/r) Vondel, van Vondel, van de Vondel(e), van der Vondelen, van der Vonden, van de Vonde, van de Vandel(le), de Vondel, Vervondel, van Vonderen, (van) Vondel:  PlN Vonder: los bruggetje, vlonder. 1280 Egbertus de Vondre; 1360 Boudin van der Vonderen, Evergem (GYSS. 1971); 1298 Franco de Vondra, St.-Kw.-Lennik; 1356 Wouters van den Vondere, Gooik (PEENE 1949); 1474 Maertin vanden Vondele, Bs. (PARM.).  [WFB2]

afkortingen en bibliografische notaties: