Nederlandse Familienamenbank

Naam 
Schaik, van (ï) < Schaijk, van (y)
Schaick, van
Schaaik, van
Schadewijk, van
Schaik Martinet, van

naamsvermeldingen en literatuurreferenties:

• [Brouwer-2016, p 47].
• Ghiselbertus de Scadewijck, Odijk 1236; te Odijk de hofstede Schadewijk, zijnde de woonplaats (wijk, vicus) van de familie Schade. De genealogie begint met Splinter Alphertsz van Rossum, ovl. Vreeswijk ca. 1625, gehuwd met Marrigje Petersdr, ovl. Vreeswijk 1633. Hun kinderen gaan zich allengs Van Schaik noemen, misschien omdat Marrigje uit het geslacht Van Schaik/Schadewijk voortkomt [C. van Schaik, 'Van Schaik (Vreeswijk), in: dNL 108 (1991), nr 6-7, p 185-213].
• Eerst Dirckx van Schayck, Houten 1484; zoon van Dirck Daemss van Schayck, Schonauwen 1434 (zegelt 1438 erfpachtbrief van Bernt Snoy van Scadewijck Willamss en 1445 als schout van Vuilkoop in beide gevallen met het 'klassieke' wapen Van Schaik) =? Dirck van Schadewijck, Vreeswijk 1435; zoon van Daem van Scadewijck, Houten 1397; broer van Willam van Schadewijck, 1403 (vader van Snoy van Scadick Willamss, ovl. 1457. Tevens in deze kwartierstaat: Gijsbert Jansz Bruynbaert van Schayck, Werkhoven 1501; Jan Ghijsbertss van Schayck, Werkhoven 1434 enz.; zoon van Gijsbert van Scadewijck, Houten 1412, misschien broer van Willam en Daem. P 53: "Bij het onderzoek naar de afkomst van de rond 1600 in Houten en omgeving levende drie broers Ernst, Anthonis en Adriaan Janszonen van Oostrum is komen vast te staan dat hun familienaam oorspronkelijk Van Schaik luidde! Voor de kenners betekent dit dat je van het ene probleem in het andere rolt, omdat de al vroeg wijdvertakte familie Van Oostrum in uitgebreidheid en onoverzichtelijkheid zo mogelijk nog wordt geëvenaard door de familie Van Schaik welke ook tot één van de oudsten in het Krommerijngebied gerekend moet worden" [M.S.F. Kemp, 'Van Oostrum te Houten; aanzetten voor een genealogie', in: Jb. CBG 41 (1987), p 51-79].
• [M.S.F. Kemp, 'Odijkse families en hofsteden tot ca. 1650', in: Tussen Rijn en Lek 25 (1991), nr 1, p 13-21 --- zie onderstaande link voor de pdf (open access version via Utrecht University Repository)].
• Gerrit van Scha(w)yck, raad Amersfoort 1473; Jacob (Aertsz) van Schayck, Amersfoort 1478 (zoon van Alijd van Schaijck) [J.A.L. de Meuer e.a. 'De memorietafel Van Schayck kunsthistorisch, genealogisch en heraldisch bekeken', in: Flehite 24 (1995), nr 1-2, p 4-13].
• Adriaen Daemen van Schayck, schepen van Goy en Houten 1559; zoon van Daem Eersten van Schayck [Marcel S.F. Kemp, 'Parenteel Luytgen Woutersz', in: Utrechtse parentelen vóór 1650, I, p 95].
• Peter Splintersz van Schaijck (tot 1630 ook Van Rossum), geb. Vreeswijk 1600-05; zoon van Splinter Aphertsz van Rossum, Vreeswijk 1592, ovl. 1625; zoon van Alpher Reijersz, Utrecht 1591 [Kees van Schaik, 'Het nageslacht van Alpher Reijersz (ca. 1525-ca. 1575) en Jan van Oostrum (ca. 1555- ca. 1617)', in: Utrechtse parentelen vóór 1650, I, p 289-330].
• Gregorius van Schaik, huw. Utrecht 1691 ['Wapenregister', in: Jb. CBG 62 (2008), p 205].
• Hendrik van Schaik, huw. Utrecht 1717 [Arnold H. van Schaik, Stamboom Van Schaik, Bloemendaal 1976; idem, Genealogie Van Schaik, 1972].
• Gerrit Gijsbersz van Schaijck (Scherpenzeel ca. 1555-voor 1633); zoon van Ghijsbert Ariaens op Schaick, Scherpenzeel 1566, in 1557 beleend met Schadick door Willem van Schaik [Henk van Woudenberg, Vier families die iets met de boerderijen Groot en Klein Schaik te maken hebben, Scherpenzeel 2008 --- zie onderstaande bijlage].
• Dirk van Schaik, geb. Nieuwer-Amstel 1768; zoon van Hendrik Dirkz (van Schaik), geb. ? 1743. Veronderstelt dat de plaats van herkomst Schaik bij Leerdam betreft [P. van Schaik, Geschiedenis van de familie Van Schaik, Ouderkerk a/d Amstel, 1952].
• De toponiemen Schaik (en Schadewijk):
- "Maar over 't algemeen zijn de wijk-namen langs onze grote rivieren handelsplaatsen uit de laat-Karolingische tijd; zij volgen - naar Slicher van Bath heeft opgemerkt - op de periode van de -heim-namen. [...] Behalve het reeds besproken Meinerswijk noemen wij enige plaatsen, waarvan ook het eerste lid op overtuigende wijze de Nederlandse herkomst (d.w.z. evenals het leenwoord wijk uit lt. vicus) aantoont. Een ander argument waarvan wij gebruik maken is de terugkeer van een zelfde naam elders, waar van Wikinger-invloed geen sprake kan zijn. Zo ligt b.v. onder Leerdam Schaik, door Moerman (blz. 277) terecht verklaard uit Schade-wijk; vgl. Schaik onder Oss, dat volgens V.d. Aa ook Schadewijk gespeld wordt. De naam is identiek met Schadewijk onder Twello; a. 1399 Schadewic, maar a. 1563 Schaeck" [Schönfeld-1959, p 28].
- 1. Schaijk, gem. Landerd NB, 1573 Schayck, ontstaan uit Schadewijk; 2. Schadewijk, gem. Eersel NB, 1283 Scadevech, 1311 Scadewich, gevormd uit wijk = 'nederzetting' en mnl. scade dat 'schaduw, lommer' kan betekenen, maar ook 'schade', mogelijk in verband met een ongunstige natuurlijke gesteldheid; 3. Schadijk, gem. Horst Lb, 1483 Scadick, te duiden als Schaijk en Schadewijk, vgl. het nabijgelegen Middelijk 'middel' + 'wijk' [Van Berkel & Samplonius-1995, p 204].
- 1. Schaik, buurt gem. Leerdam; 2. Nieuw en Oud Schaik, twee polders gem. Leerdam; 3. Groot en Klein Schaik, twee huizen gem. Scherpenzeel; 4. De Schaik, gem. Wijk en Aalburg; 5. Schaik -> Schaijk, dorp en gemeente bij Oss NB; 6. Schaijk, gehucht gem. Oss; 7. Schadewijk, gehucht gem. Eersel; 8. Schadewijk, huis gem. Didam; 9. Schadewijk, huis gem. Voorst; 10. Schadijk, gehucht gem. Horst Lb [Pott-1913, p 380].
- (Nieuw-)Schaik te Leerdam: 1392 Ny Scadewyc; (Oud-)Schaik: 1420 Out-Schaedewijck te Lederdamme; 1464 Alt Schayck [E.J.C. de Veer, 'Schaik', in: Van Stad en Graafschap Leerdam 6 (1987), nr 3, p 25; 'Nog eenmaal Schaik', ibid. 7 (1987), nr 2, p 5-7].
- Groot en Klein Schaik, boerderijen te Scherpenzeel; Gijsberts Hendricksen van Schadijk, aldaar in 1736, vervolgens Van Schaick [J.C. Klesser, De benamingen van oude Scherpenzeelse hofsteden, z.p. 1991, p 9].
• "En het is achterhaald om in navolging van Heeroma de familienaam Van Schaik tot een Noordbrabantse herkomstnaam te verklaren die wijst op vroege emigratie naar Utrecht en Holland, na het verschijnen van de genealogische publikaties van onze medeleden Kemop en Van Schaik. Van Schaik/Van Schadijk is al vroeg een herkomst- of adresnaam in het Kromme Rijngebied en de Gelderse Vallei" [J.G. Smit, 'Boekbespreking van R.A. Ebeling, Voor- en familienamen in Nederland', in: dNL 111 (1994), p 334].
• Scadewich in der Leeweth [Leenmannen Utrecht 1379, p 82].
• Schai(c)k, van; van Schaijk:  PlN Schaijk (NB). 1507 Ghisbertus Schayck, Utrecht (MUL III).  [WFB2]
• Schaik, van Schai(c)k, van Schaij(i)k: PlN Schaijk (NB). Of door d-syncope uit PlN Schadijk in Horst (NL). 1507 Ghisbertus Schayck, Utrecht (WF).   [WFZ]

bijlage:
Henk van Woudenberg: Vier families die iets met de boerderijen Groot en Klein Schaik te maken hebben.

afkortingen en bibliografische notaties:

website:
http://dspace.library.uu.nl/handle/1874/312752