Nederlandse Familienamenbank

Naam 
Beek, van < Verbeek
Beekman
Beek
Beeck, van
Beek, ter

naamsvermeldingen en literatuurreferenties:

• Sibertus van Beke, voor het eerst vermeld als getuige in 1290, drossaard van Montfort, 1294 [Fedor Coenen, 'Montfort aan het eind van de 13e eeuw van heerlijkheid naar drostambt', in: Roerstreek 33 (2001), p 179].
• Vlec van Beke (Beeck), vazal van de hertog van Gelre 1369-96 [Codex Gelre].
• Lucas Meuwszoon van (Aerle)Beek, leenman van 'de guede ten Beverdike', 1387; zoon van Meus van Beke, Gemert 1366 [Ad Otten, 'Adellijke hoeve Beverdijk', in: Gemerts Heem 51 (2009), nr 1, p 7-14].
• Johan van Beeck, te Bairloe, lid van de ridderschap van het Overkwartier van Gelder 1598 [Venner-1998, p 355].
• Jan Peelen van Beek, naamsaanneming Barneveld 1812; zoon van Peel Hendriksen & Berendientje Jansen van Beek (dochter van Jan Jansen van Beeck, korenmolenaar aan de Clingelbeek te Oosterbeek) [E.J. van Beek, 'Kwartierstaat Van Beek', in: VG 13 (1988), nr 5, p 306].
• Ivm. Clingelbeek en/of het Beekstuk te Oosterbeek [E.J. van Beek, 'Van Beeck een molenaarsfamilie?' in: VG 14 (1989), p 55].
• Jan Jansen van Beeck, korenmolenaar aan de Klingelbeek te Oosterbeek ca. 1650, huw. Oosterbeek 1679; zoon van Jan Jansen van Beeck, geb. Heelsum ca. 1620, huw. Oosterbeek 1681 (tevens vader van Rijk Jansen van Beeck, molenaar, vgl. VG 1989, p 55) [Oskam-1994, p 188, nr 374].
• Christophorus van Beek, ook genaamd Verbeeck, geb. ca. 1675, won. Keeken Dld. [H.J. van Beek, Van Beek tot Van Beek, 330 jaar verwanten in en rond Lingewaard, Zwolle 2004; vgl. Gelders Erfgoed (2005), nr 4, p 24].
• Bernardus van Beeck, huw. 1731, inw. Gendt; mogelijk een zoon van Christophorus Verbeek, huw. Keeken 1698 [Harrie van Beek, Van Beeck tot Van Beek, Zwolle 2004; vgl. Kringblad Historische Kring Bemmel 15 (2005), nr 1, p 24-28].
• < Klingelbeek [Groeneveld-1981, p 199].
• [Vgl. Boekbespreking, in: VG 13 (1988), p 258].
• Waander Gerrits van (der) Beek, Loenen Gl 1812 ['Nieuwe boeken', in: Med. CBG 43 (1989), nr 2, p 3].
• Elis van Beek (Putten 1828-1875); zoon van Renger Riksen (van Beek) (Steenenkamer, Putten 1790-Nulde, Putten 1869); zoon van Rijk Hendriksen (Putten 1744-1808); zoon van Hendrick Rijcksen (Putten 1709-1778) [T. Hoekstra, 'Familienamen in Putten', in: Jaarboek Puttens Historisch Genootschap (1995), p 47].
• [C. van Beek, De familie Van Beek en aanverwante geslachten, in het bijzonder Oerlemans, 's-Hertogenbosch 1996].
• [G. van Heffen, Kwartierstaten van de families Alphenaar, Van Beek, Van Heffen en Spaargaren (...), Amsterdam 1996].
• [C.G.E.M. van Beek, 'De komst van enige Van Beeken in Teteringen', in: Teterings Erfdeel 8 (1999), nr 29, p 30].
• [F. Claes, 'Herkomstnamen en immigratie in Diest tot 1400', in: Naamkunde 30 (1998), p 112].
• Mbt. beek-toponiemen:
- Net als Bach in het Duits is beek de courantste aanduiding voor niet zo grote waterlopen. Het is een naam die alleen in het zandgebied voorkomt. In het veen van latere polderlandschap komt de naam niet voor [Leenders-2018, p 102].
- Beek, dorp in kanton Sittard, Limburg, etc. [Pott-1913, p 24].
- De Beek aan de Beek Laen in Den Haag [Cruquius-1712, vierde stuk (kaartblad Schevelinge)].
- Vgl. NNN: diverse beek-namen.
• Beek, (van); (van) Beeck:  1. PlN Beek (L, NL, NB, G). — 2. Oude naam van Hilvarenbeek (NB). — 3. Var. van Van der Beek; zie Beke.  [WFB2]
• Beek, (van); van Beeck: PlN Beek (G, BL, NL, NB); ook oude naam van Hilvarenbeek (NB). Of uit Van der Beek.   [WFZ]

afkortingen en bibliografische notaties: