Nederlandse Familienamenbank

Naam 
Koops
Kop
Koopman
< Koop < Koopen
Koopstra
Koopsen
Koopal
Koopmeiners

naamsvermeldingen en literatuurreferenties:

• Pieter Reijniersen Coop, Den Helder 1636 [Schoorl-1998, p 80].
• Jan Harm Koop (Haren Dld. 1798-Steenwijksmoer 1877); zoon van Frans Koop [Douwe Mik, 'Kwartierstaat van Stephanus Wittendorp', in: De Ganseveer Coevorden 14 (2011), nr 4, p 24-26].
• Rudolf Koop, geb. Wesuwe (Bentheim, Dld), 1829 te Nieuw Schoonebeek [Poucke van-1990, p 168].
• [A. Koop, Stamboom van de familie Koop, Bloemendaal 1995].
• [J. Knauf, Bijlagen I t/m IV; V t/m VII van naamonderzoek Ko(o)p, Gouda 1992].
• [Henk Koop, 'Het verdwenen erve Koop in de Leemsteeg 1675-1742-1866', in: Ons Oldenzaal 13 (2018), nr 1, p 12-16].
• Koop staat anno 1995 op 39 in Emsland, Niedersachsen [Spiekermann-2005, p 118].
• 1. Benennung nach Beruf zu mittelniederdeutsch kop (koop) 'Handel, Geschäft' für den Verkäufer oder Händler. Zur hochdeutschen Entsprechung siehe Kauf. 2. Benennung nach Übername zu mittelniederdeutsch kop (koop) 'Handel, Geschäft' für den Käufer. 3. Benennung nach Rufname. Es handelt sich um ein Patronym zu einer Kurzform des Rufnamens Jakob. Zum Rufnamen siehe Jakob. 4. Benennung nach Übername zu mittelniederdeutsch kop, koppe 'Trinkgefäß, Becher' für einen Menschen, der oft und gern trinkt [Annika Hauzel, 'Koop', in: DFD --- via onderstaande websitelink].
• Koob, Koop(s):  Patr. Korte vorm van HN Jacobus? Of < Cobbe(n)?  [WFB2]
• Koop, Koops:  1. Zie Koob. — 2. BN voor een koper, koopman. Vgl. Ndd. Dürekoop, D. Teuerkauf. 1412 van Katelinen Coep, Ktr. (DEBR. 1958).  [WFB2]
• Koop, Koops: BN voor een koper of koopman. Vgl. Ndd. Dürekoop, D. Teuerkauf. 1412 van Katelinen Coep, Kortrijk (DEBR. 1958).   [WFZ]

afkortingen en bibliografische notaties:

websites: