Nederlandse Familienamenbank |
Hoek, van de / den / der |
< | Hoek | < |
Hoeks Noordhoek Hoeke Heuker of Hoek Hoekjan |
naamsvermeldingen en literatuurreferenties:
• The anthroponym Huoch (a. 1109) is explained as 'Hook' [Wolfgang Beck, 'Huoch', in: Beiträge zur Namenforschung 44 (2008), nr 2 p 179-180]. • Claes Willems zoon Houck, Den Haag 1519 ("benoorden den Hage") (archief van het zusterhuis Sint Maria in Galilee) [Sernee-1920, p 93]. • Claes Willemsz Houck, won. Haagambacht 'benoorden den Hage', vermeld 1519, ovl. 1553-54 [Markus van-1994, p 49, nr 21494]. • [Sigmond-2024, stamreeks Hoek zie bijlage]. • Cornelis Jansz Hoeck, aangeslagene bij de capitale impositie van 1585 te Amsterdam [Dillen van-1941, p 164]. • Jan, zoon van Maarten Hoecks, woont op de hoek van Graft (1630) [F. Hoek, 'De stamboom van de Rijper Hoeken', in: Een Nieuwe Chronyke. Uitgave van de Oudheidkundige Vereniging Graft-De Rijp 4 (1987), nr 4, p 3]. • Kwadijk 1676 [F. Hoek, 'De voorvaderen van Trijntje Hoek', in: Een Nieuwe Chronyke. Uitgave van de Oudheidkundige Vereniging Graft-De Rijp 8 (1991), nr 3, p 16]. • Pieter Dirkse Hoeck, huw Goedereede 1662 [Hameeteman-1992, p 67]. • Dirk Jacobsz Hoek, poldermolenaar op de grote molen van polder Brandwijk, Zevenhoven en Langbroek > Jacob Dirksz Hoek, ged. Molenaarsgraaf 1711, ovl. Nieuw-Lekkerland 1759 ("de stamvader"), boedelinv. 1759: ... van Jacob Dirkse Houck > Cornelis en Pieter Jacobs Houck (in 1759 resp. 23j. en 19 j.) [A. Hoek, 'Het een en ander over het molenaarsgeslacht Hoek', in: Kwartaalblad Historische Vereniging West-Alblasserwaard 13 (1994), nr 1, p 18-23]. • Jacob Houck, in 1746 molenaar op de Hoge Molen van de polder Nieuw-Lekkerkand [J de Vries, in: Kwartaalblad Historische Vereniging West-Alblasserwaard 13 (1994), nr 2, p 13]. • Patroniem [T. Spaans-van der Bijl, 'Nogmaals de geslachten Hoek, Spaans en Hoek Spaans', in: Westfr. Fam. 24 (1983), nr 1, p 28]. • De eerste vertegenwoordigers van het geslacht Arishoek stammen uit Noordwijkerhout. (Eind 17e eeuw). De nazaten vertrokken via Alkemade aan het eind van de 19e eeuw naar Helenaveen in de Brabantse Peel. De naam Arishoek werd vanaf omstreeks 1800 steeds meer afgekort tot Hoek [A. Hoek, Van Arishoek tot Hoek, Apeldoorn 1994; vgl. Genealogie-CBG 2 (1996), nr 3, p 63]. • Simon Mortimer Hoek, geb. 1842, en twee gezinsleden, naamsaanneming Willemstad Curaçao 1863 [Register der vrijgelatenen in het Stadsdistrict, inventarisnummer 117, blad 30, Curaçao 1863]. | |
• Hock(e), Hokke, Hoc, Hocq(ue), Hoque, Houke, Hocks, Ho(ck)x, Hou(k)x, Houck(x), Hoek(s), Hoe(k)x, Hoecks, Hoeck(x), Hou(c)que: 1. Patr. Hocke < Hucco, bakervorm van een hug-naam, zoals Hugo, Hugebert. 1411 Willem Ocke, Aw. (ANP). — 2. Zie Houck(e). — 3. Hock(e), Hokke, Hoc, Hoque, Hocq(ue) evtl. = Höke. [WFB2] | |
• Hoek(e), van (den); van (den) Hoeck(e), van der Hoek, van den Hoecq, van (den) Houck(e), van den Hock, Verhoeke, van Houche, van Ouche, van den Ouc, van Nouque, Hoe(c)k, Houck(e), Hou(c)que: PlN Hoek in Gent (TW), Hoek (Z), Hoeke (WV): 1252 ten Houke (DF). Of een van de talrijke Hoek-toponiemen. 1279 Henricum de Hoeke, Ktr. (DEBR. 1980); 1382 Hannekin van den Houke, Gullegem (DEBR. 1970); 1417 Heinric van den Hoecke opte berct ende opt goet ten Hoecke, Lillo (ROEL. 1951, 23). [WFB2] | |
• Houck(e), (de); de Houk, Houke, Lehouck(e), Lehoucq, Lehouque, Lehocq, Lihouck, Hoek(s), Hoe(k)x, Hoecks, Hoeck(x), Houck(x), Hou(k)x, Hou(c)que, Houques, Hock(e), Hoc(ks), Ho(ck)x, Hocq(ue), Hoque: 1. BN naar een diernaam. Mnl. houck: zeevis (geen snoek). Ook Mnl. hoekijn, hoecksken: geitenbokje, lam, geitje, dim. van Mnl. hoec, houck: bok. BN. 1336 Heinricke den Houc, Moen (DEBR. 1971); 1340 Henrici Hocke, Tn. (C.BAERT); 1345 Oda Hoex, Diest (CLAES 1983); 1367 Gillis Houx huus, Ktr.; 1398 Pieter de Houc, Menen (DEBR. 1970); 1386 Roeland le Houc = 1377 de Hoc, Ip. (BEELE). — 2. De vormen zonder lw. kunnen ook Patr. zijn; zie Hocke. [WFB2] | |
• Hoek, Hoeke, de Houck: 1. BN naar een diernaam; Mnl. houck `zeevis (geen snoek)'. Ook Mnl. hoekijn, hoecksken `geitenbokje, lam, geitje', dim. van Mnl. hoec, houck `bok'. 1336 Heinricke den Houc, Moen (DEBR. 1971). 2.Verkort uit van den Hoek. [WFZ] | |
• Zie HOEC in het Vroegmiddelnederlands woordenboek [VMNW]. | |
• Zie HOEC in het Vroegmiddelnederlands woordenboek [VMNW]. |
bijlage:
Kees Sigmond: Kwartierstaat Sigmond in stamreeksen, Hoek. Rotterdam/Dordrecht, 1993-2024.
afkortingen en bibliografische notaties: |
website: |