Nederlandse Familienamenbank |
Douma |
< | Douwes | < |
Douw Doewes Douwens Douws Douwes Dekker |
naamsvermeldingen en literatuurreferenties:
• Douwa betekent Duif. De diftong is in open lettergreep ontstaan uit een lange of gerekte u, welke diftongering vooral bij voornamen voorkomt [H.T.J. Miedema, Bolsward en Bolswarder namen in Oudfriese bronnen (1402-1541), De Bilt 1984, p 52]. • Heyne Douwen sone, Dordrecht 1284-85 [Stadsrek. Dordrecht 1283-87, p 18]. • Oena Douwaz, Leeuwarden 1531; Stijnn Douwes, 1531 [Fontes Leovardienses, p 43, 72]. • [J.J. van Ammers-Douwes, Afstammelingen van Doe Peters (ca. 1650), Pieter Doees (ca. 1675), Doewe Pieters (ca. 1705), Pieter Doewes (1739): tak Albert Piter Doewes (1773) Veendam - Wildervank, Ochten 1997]. • Bernhard Johannes Douwes (1746-1780); zoon van Cornelis Douwes (Terschelling 1712-Amsterdam 1773), zoon van Douwe Anesz [W.F.J. Mörzer Bruyns, 'Cornelis Douwes en de vernieuwingen in de navigatie in het midden van de achttiende eeuw', in: Mb. Amstelodamum 88 (2001), nr 4, p 17-22]. • [Douwes-1983, p 283]. • [J. Douwes, Familiewapens en enkele familieportretten, Bilthoven 1975]. | |
• Dauw(e), de Dauw, Douw(es): 1. Patr. Het lw. is dan secundair, omdat de naam achteraf niet meer als Patr. begrepen werd. De bijbelse VN David. 1294 David Anglicus = Dauwe l'Engles, Kales (GYSS. 1963). 2.Patr. Germ. VN Dauo. 3.Evtl. BN `dauw'. Vgl. Fr. Rosée. 1410 Woutere de Dau, Kortrijk (WF). [WFZ] |
afkortingen en bibliografische notaties: |
|