Nederlandse Familienamenbank

Naam 
Dirksen
< Dirkse < Derkse
Dierkse
Dirkze

naamsvermeldingen en literatuurreferenties:

• [A.P. van den Hoek, Genealogie van de molenbouwersfamilie Dirkse te Mijnsheerenland, Puttershoek 1984].
• Dirkse(n), Dierck(x)sen(s), -xens, Diercx(s)ens, Dircksens, Dierssen(s):  Patr. Zoon van Die(de)rik, Germ. VN.  [WFB2]
• Dierick, Dierickse, Dieri(c)kx, -kxs, Dirickx, Dirriks, Dericks, Derex, Dier(k)x, Dierckx(sens), Dirks(e), Dirkx, Dierse, Derks(en): Patr. Dierik door d-syncope uit VN Diederik. Germ. VN theud-rîk `volk-machtig': The(o)deric, Thiedericus, Dideric. 1381 Boydin Diericx sone, Hulst (DEBR. 1999); 1435 Hannekin Diederix, Hulst (PARM.); 1475 vidua Diederic f. Matheeus Diedericx, Aardenburg (VAN VOOREN 1970); 1534 Mathijs Diericx, Aardenburg (VAN VOOREN 25). Een jongere Zeeuws-Vlaamse tak Dierick stamt van 1630-1674 Cornelis Dierick uit Zeveneken (OV), die zich in 1631 in Zeeuws-Vlaanderen vestigde. ­ Lit.: M.C.I.M. DIERICK, De (Zeeuws-) Vlaamse familie Dierick. VS 37 (2001), 584-592.   [WFZ]

afkortingen en bibliografische notaties: