Nederlandse Familienamenbank

Naam 
Daas, den
Brehm
< Breems, den < Breems
Harwegen den Breems, van

naamsvermeldingen en literatuurreferenties:

• Doe den Breems (Vlaardingen 1765-op zee 1808); zoon van Arij/Arent Maertense den Breem (Vlaardingen 1719-1800); zoon van Martinus/Maarten den Breem(s) (Vlaardingen 1676-1759); zoon van Maarten Arentsz Breems, ged. Overschie 1646, huw. Vlaardingen 1666; zoon van Arijen Michiels Breems, huw. Vlaardingen 1640; zoon van Michiel Corneliszn Breems, getuige/ovl. 1653, verm. afk. uit Hillegersberg; zoon van Cornelis Michielsen Breems, geb. Hillegersberg ca. 1560; zoon van Michiel Reymbrandtsz, geb. Hillegersberg ca. 1535. Vaak wordt verondersteld dat een onzer voorouders uit Bremen is gekomen, zodat de naam gelezen zou moeten worden als Den Bremer. Verder is Breemse een (Vlaamse) benaming voor een sprinkhaan of een kever, terwijl het nu de banaming voor een paardenvlieg is. Breme of brempt is voorts een oud woord voor heidebrem [W.C. den Breems, 500 jaar Den Breems, Vlaardingen 1986].

afkortingen en bibliografische notaties: