Nederlandse Familienamenbank |
Hoog, de | < |
Hoogh, de Hoog Hoog, van der Hoog Bouthoorn, de |
verklaring:
1. Evenals Van der Hoog of Van 't Hoog een familienaam die de woonplaats van de genaamde aanduidde: een hoger gelegen plek die derhalve als 'de hoge/hoog(t)' bekend stond. Er zijn veel toponiemenparen met de tegenstelling hoog-laag.
2a. Een bijnaam voor een hoog persoon in de zin van een lang iemand.
2b. Een bijnaam voor iemand die hoger geplaatst is in rangorde of iemand die zich hoger voordoet dan een andere, iemand die zich voornaam en deftig gedraagt (vanuit de hoogte).
Citeren:
Leendert Brouwer, 'De Hoog', in: Nederlandse Familienamenbank = CBG Familienamen, Amsterdam, Meertens Instituut / Den Haag, CBG Centrum voor familiegeschiedenis, 2000...
kenmerken:
adresnaam | adjectief |
specifieke componenten:
de |