Nederlandse Familienamenbank |
Moors |
< | Moor, de | < |
Moor Mooren, van der Moree, de (é) |
verklaring:
De familienaam De Moor is in letterlijke zin een herkomstnaam voor een moor, dat wil zeggen voor iemand die deel uitmaakt van het volk Mauri, dat het gebiedsdeel van Noordwest-Afrika bewoonde dat nu grotendeels de Maghreb is, en dat in de Romeinse tijd Mauretanië werd genoemd. De volksnaam was afgeleid van het Griekse woord mauros/mavros voor de kleur zwart. Net als bij de achternaam Turk of De Turck zou (De) Moor ook als bijnaam gegeven kunnen zijn aan een reiziger of zeevaarder die (handels)betrekkingen onderhield met de betreffende regio. Of misschien was er sprake van een bijnaam voor een man die wat zijn uiterlijk betreft aan een moor deed denken.
In ieder geval liet de tot de verbeelding sprekende moor zich her en der op uithangborden en gevelstenen afbeelden. Zo trof men bijvoorbeeld in Zierikzee de herberg De Rookende Moor aan. Een dergelijke huisnaam zou als adresnaam eveneens een motief hebben kunnen vormen voor de familienaam De Moor.
Van hoge komaf was Willem de Moor, die in 1360 in Woerden werd geboren en in 1421 in Noordwijkerhout, waar hij als schout was aangesteld, is begraven. Deze Willem was een zoon van Jan Aelman (1310-1389), die een bastaardzoon van graaf Willem III van Holland en Zeeland was. Nakomelingen met de naam Aleman loopt men vooral in Ouddorp op Goeree tegen het lijf. Ook deze bij- of herkomstnaam is aan een 'volksnaam' ontleend: de Alemannen bewoonden (een deel van) Duitsland; de Fransen memoreren hen in de landsnaam Allemagne voor Duitsland. Willem de Moor heeft zijn achternaam te danken aan zijn grootmoeder, de maîtresse van de graaf, een jonkvrouw uit het Brabantse geslacht De Moor.
Citeren:
Leendert Brouwer, 'De Moor', in: Nederlandse Familienamenbank = CBG Familienamen, Amsterdam, Meertens Instituut / Den Haag, CBG Centrum voor familiegeschiedenis, 2000...
kenmerken:
persoonstype | adresnaam |
specifieke componenten:
de |