Nederlandse Familienamenbank |
Vogel | < |
Vogels Vogel, de Vogelaar Voogel Meijvogel (y) |
naamsvermeldingen en literatuurreferenties:
• Over het woord vogel: - [Cecile Vereecken, 'Van *slut-ila naar sleutel. Umlaut en spontane palatalisering op Nederlands taalgebied', in: HCTD 12 (1938), p 57, met kaart]. • "Een tweede reeks diernamen die in familienamen voortleven, wordt zowel in westelijk Vlaanderen als in het westen van Nederland gecombineerd met een lidwoord, nl. De Wolf, De Vogel, De Leeuw, De Haan, De Vos, De Haas. Drie ervan wisselen in Nederland af met de lidwoordloze vorm, die er ongeveer even frequent is: Vos/De Vos, Vogel/De Vogel, Wolf/De Wolf. Maar daar staat tegenover dat de namen De Haan en De Haas in Nederland veel frequenter zijn dan Haan en Haas en dat er maar weinig Nederlanders zijn die Leeuw heten, terwijl De Leeuw een hele gewone Nederlandse familienaam is" [Marynissen-1999, p 22]. • Voghel van Scoenhoven - uitgaven Dordrecht 1285-86 [Stadsrek. Dordrecht 1283-87, p 45]. • Goeswinus Vogelsanck (Vogel) de Noviomagio, 1461 [P.J. Begheyn, 'Nijmeegse studenten aan de Universiteit van Keulen 1389-1559', in: GN 33 (1978), p 56]. • Jan Dirks Vo(u)gel, hoefsmid (te Lisse), huw. 1580 [Hulkenberg-1975, p 18]. • Vrederick Voghel, aangeslagene bij de capitale impositie van 1585 te Amsterdam; = Frederick Jansz Vogel, Raad 1582-1593 (vgl. Elias p 133); Vrederick en Otto Vogel, kinderen van Jan Vogel, bezitten erven en de helft van een lijnbaan op de Lastage. Otto Vogel, broer van Frederik Jansz Vogel [Dillen van-1941, p 37, 159]. • Jan Fogel, marktmeester Zutphen 1591 = Johan Voegell, Zutphen 1600 [Galema-2000, deel 1, p 3]. • Otto Vogel, korenkoper te Haarlem 1606 [Kilian-1990, p 11]. • Pieter Vogel, Edam ca. 1700, op het schip Papegaaivogel [Royen van-1987, p 242]. • Maerten Pieterse Vogel, otr. Wijngaarden 1675 (jm. van Wijngaarden) [Drinkwaard-1973, p 232, nr 306; aanv. A.J. Stasse 1988, p 479]. | |
• Vogel(e), de; de Voghel(e), Devogle, Vogel(s), de Veug(e)le, de Veughele, Fog(h)el, Vogl, Fogiel: 1. BN naar de eigenschap van een vogel: vlug, beweeglijk. — 2. BerBN van de vogelaar. J. Vogel = Joh. Voghelere (BACH I, §247). 1130 Folperti Vogal, Oudenburg (LEYS 1959'); 1304 Daniel Voghel = le Veughel, Ip. (BEELE); 1348 Calle Svoghels, Ktr. (DEBR. 1971). [WFB2] | |
• Vogel, (de); Vogels: 1. BN naar de eigenschappen van een vogel: vlug, beweeglijk. 2. BerBN van de vogelaar. J. Vogel = Joh. Voghelere (BACH I, 247).1304 Daniel Voghel, Ieper (BEELE); 1585 Vrederick Voghel, Amsterdam (DM). [WFZ] | |
• Zie VOGHEL in het Vroegmiddelnederlands woordenboek [VMNW]. |
afkortingen en bibliografische notaties: |
|