Database of Surnames in The Netherlands |
Visser | < |
Visscher Visser, de Vis Vissers Visser 't Hooft |
naamsvermeldingen en literatuurreferenties:
• "In en om Rotterdam ziet men dat de naam Visser al vroeg een familienaam moet zijn geweest. Dit blijkt uit de vermelding in 1345 van Jan Visker die Snider, en heren Dieric die Visscher worden herhaaldelijk vermeld tussen 1280 en 1421." Legt uit waarom een visser zo belangrijk kon worden [Schaar van der-1959, p 39]. • [Man de-1949, p 626]. • Dirc die Vysscher Florys' zoon, schepen van Rotterdam, 1416 (archief van de Abdij Loosduinen) [Sernee-1920, p 186]. • Wilhelmus Visscher (zoon van Arnoldus), schepen Nijmegen 1495 [Legerboek Stevenskerk Nijmegen 1600, p 30]. • Volcker Visger, Zutphen 1591 = Volcker Visscher, 1601 = (wedewe zaliger) Volker Visser, 1607 [Galema-2000, deel 1, p 137]. • Gijsbert Jacobsz Visser, geb. 1621, huw. Waddinxveen 1641; zoon van Jacob Aertsz, won. Zuid-Waddinxveen, huw. voor 1613 (& Marritgen Lenaerts Verbeeck); zoon van Aert Dirck Neel Meynsz (van Wensveen), won. Zuid-Waddinxveen en Zevenhuizen, ovl. 1634-36 [Slootweg-1997, p 66]. • "Het begint allemaal in Sliedrecht, waar in een grijs verleden enkele vissers aan de Baanhoek hun zalmsteken hebben. Ze kunnen daarvan niet echt leven en beginnen een boerenleven. Wel worden ze nog Visser genoemd." Jan Paulusz, huw. ca. 1672 (& Neeltje Meesse Baan); vader van Pieter Jansz Visser, boer, eerste vermelding van de familienaam bij doopinschrijving dochter in 1712 [H.W.G. van Blokland-Visser, '300 jaar familie Visser: boeren, burgers en aannemers', in: Kwartaalblad Historische Vereniging West-Alblasserwaard 17 (1998), nr 1, p 6]. • Henrick Visser, huw. Zevenaar 1722 [Erna Reuzel-Gerritsen, 'Diverse kwartierstaten Hulshof', in: OTGB 35 (2018), nr 2, p 61]. • Jakob Willemse Visser, ged. Bruinisse 1752; zoon van Willem Geerdse Visscher, ged. Bruinisse 1727; zoon van Geert Kornelisse Visscher, ged. Bruinisse 1693; zoon van Cornelis Geertse Jansze, ged. Bruinisse 1651; zoon van Geert Jansz, ged. Bruinisse 1627, enz. [J. Huibers, 'Stamreeks van Lena Saartje Visser', in: GN 24 (1969), nr 4-5, p 122]. • Paulus Jansz Visser, huw. 1713, de eerste in deze familie met familienaam Visser; nakomeling van Jan Pauwelsen, huw. Sliedrecht 1619 ['Wapenregister', in: Jb. CBG 65 (2011), p 222]. • [1593 's-Gravendeel 1993. Uit de geschiedenis van het dorp aan de Kil, 's-Gravendeel (Stichting Jubileumboek 's-Gravendeel) 1993]. • [Otten-1985]. • [B. J. van den Enk, 'Visser/Visscher', in: VG 19 (1994), p 76-81]. • [W.F. Leemans, De grote Gelderse tollen en de tollenaars, 1981, p 71]. • Ceel Albertze Visser, voor het eerst met deze naam aangetroffen bij zijn huwelijk in 1784; zoon van Albert Jansen & Jannetje Ceelen, huw. Nijkerk 1747 ['Wapenregister', in: Jb. CBG 52 (1998), p 275]. • Jan Jacobs Visscher, Urk 1784; suggestie dat deze naam van elders is gekomen, want "Zo goed als alle manlijke Urkers waren in de 18de eeuw visser. Het woord 'visser' was als toenaam dan ook onbruikbaar" [T. de Vries, 'Uit een oud doopboek (2)', in: DMB 22 (1970), p 27]. • Heere Broers Visser, Zoutkamp 1771-1796, visser; zoon van Broer Heeres & Antje Harms [P.J. Ritsema, 'Het geslacht Loots', in: GN 19 (1964), nr 1, p 16]. • Kwartierstaat: Rink Jacobs Visser (Zoutkamp 1869-Rotterdam 1935), kommies; zoon van Jacob Rienks Visser (Zoutkamp 1821-1904), zeevisser, loods, havenmeester; zoon van Rienk Jacobs Visser (Wierum 1790-Z. 1860), zeevisser; zoon van Jacob Rienks , ovl. Wierum voor 1811, zeevisser [De Marne 4 (1972), p 11-18]. • Wieger Jans Visser, geb. 1804 te Zoutkamp, visser, familienaam in 1811 te Zoutkamp aangenomen; zoon van Jan Wessels, visser; ook andere vissers te Zoutkamp hebben deze naam aangenomen [P.J. Ritsema, 'Vergeten helden der zee', in: GN 17 (1962), nr 8, p 236; vgl. GN 1968, 206]. • Kleijs Jans Visser (1779-1826), potschipper, voerde als eerste in zijn familie de naam Visser; kleinzoon van Johannes Kleizes, die in de eerste helft van de 18e eeuw boer in Lemsterland was [J.S. van der Zwaag, Van boer tot visserman. Genealogie van een familie Visser uit Lemsterland, Monnickendam 1999; vgl. Genealogie-CBG 7 (2001), nr 2, p 53]. • Jan Gerrits Visser, geb./ged. Ternaard 1800; zoon van Gerrit Jans, visser te Wierum en Ternaard [Nieuwland-1987, p 17, nr 60]. • Naamsaanneming Grouw 1811: visser waren Bauke Holstes Visser (ovl. 1826); Jentje Jelles Visser; Jacob Sjoerds Visser (ovl. 1826) [Hoekema-1975, p 276]. • In 1811 nam Jan Gauwes (1757-1834), arbeider, in Siegerswoude (Mairie Ureterp, fol. 58v) de naam Visser aan, mede voor zijn kinderen Tabe, 29 jaar en wonende in Siegerswoude, Gauwe, 28 jaar, Sytse, 17 jaar, Foeke, 13 jaar, Rinske, 33 jaar en wonende in Marum, en voor Baukjen, 21 jaar en wonende in Siegerswoude. Uit deze familie emigreerde Klaas Visser (1880-1979) en zijn echtgenote Aaltje Loopstra, in 1906 naar Iowa, USA, met vele nakomelingen aldaar. In 1811 nam tevens de weduwe Sjoerdje Gerks (1740-1813) in Veenwouden (Mairie Veenwouden, fol. 5) de familienaam Visser aan. Zij was gehuwd met Gerryt Everts (1742-1793), visser en beurtschipper van Veenwouden op Dockum en Leeuwarden. Hun zoon Meindert Gerrits nam in 1811 echter de familienaam Leij aan (zie aldaar) [H.R. van der Woude, 'Stamreeks Visser - Siegerswoude/De Wilp-Marum/Iowa-USA', bijlage bij de genealogie Loopstra - Wijnjeterp/Canada/Zuid-Afrika, Zuidlaren 2000; informant: Hans van der Woude, 8-12-2000; bron: Alle Friezen Naamsaanneming]. • Lodewijk Ernst Visser (1871-1942), president van de Hoge Raad, is een nakomeling van Eliaser Visser die in 1724 het burgerschap van Amersfoort verkreeg; zoon van Ephraim (Visser). Refereert als joodse naam aan de roepnaam Fisjel (Vissel), zinspelend op de Hebreeuwse naam Ephraim; vergelijk de zegening van Ephraim en Manasse door Jakob: "Mogen zij zich als de vissen vermenigvuldigen" [Ze'ev Bar, 'Ephraim de lievelingszoon', in: Misjpoge 13 (2000), nr 4, p 113-116]. • [K.J. Slijkerman, 'Een geslacht met naamdragers Molenaer en (De)Visser uit Maasdam', in: OV 67 (2012), nr 648, p 361-384]. • [Feenstra-1996, p 51]. • [M. Joustra, Kwartierstaat Hiemstra/Visser, Amsterdam 1995]. • < dts. Fischer [Med. CBG 39 (1985), nr 2, p 5]. • Zie onderstaande website van Nancy Visser. | |
• Visscher(e), de; Vischer, Visker, de Visser, Visser(s), Vissere, Visscher(s), Fissers: BerN van de visser. 1326 Coppin de Visschere, Ip. (BEELE); 1371 Jacob de Visschere...int Visscherstraetkin over Leye; 1380 up Lauwers den Visschere censier van der visscherie; 1396 Lodewijc den Visschere vander hueringhe vander visscherien vanden vesten = 1397 boeten vander visschemaerct van Lodewijc den Visschere, Ktr. (DEBR. 1970). [WFB2] | |
• Visser, (de); Vissers, (de) Visscher, Visschers, Visker: BerN van de visser. 1318-19 Clais die Visker, Z (HAMAKER I, 60); 1353 Heinric Visschers schuere, Hulst; 1381 Heinric de Visschere, Ossenisse (DEBR. 1999); 1396 Lodewijc den Visschere vander hueringhe vander visscherien vanden vesten, Kortrijk (DEBR. 1970); 1475 Jasper de Visschere, Aardenburg (VAN VOOREN 1970). [WFZ] | |
• Zie VISSCHERE in het Vroegmiddelnederlands woordenboek [VMNW]. |
afkortingen en bibliografische notaties: |
websites: |