Nederlandse Familienamenbank |
Schoonman |
< | Schooneman | < |
Scheuneman Schoneman Schoonemann |
naamsvermeldingen en literatuurreferenties:
• Dirck Dircxz van Outshoorn (Schooneman), geb. ca. 1556 aan de Groenendijk onder Hazerswoude, bouwman te Zoeterwoude ('Weypoort'), otr. Leiden 1579 (Maritgen Dircxdr, van Benthuizen) < Dirck Cornelisz Schooneman, won. H. 'omtrent den Groenendijck' (& Marytgen Cornelisdr < Cornelis Dircxz, won. Ambacht Hazerswoude 'Rijndijk', met land 'onder de Hoornse molen' (& Aeltgen Thomasdr. < Thomas Willemsz, ambachtsbewaarder en schotvanger van Aarlanderveen en Oudshoorn [zou bijna 100 geworden zijn?])) < Cornels Ewoutsz Schooneman, bouwman onder H. 1542 (& Marytgen Claesdr) [Markus van-1994, p 37, nr 2594]. • Cornelis Ewoutsz Schooneman, bouwman Hazerswoude 1542 [Zijl van-1989, p 428]. | |
• Schooneman(s), Schoonmann, Schönemann, Schoe(n)mans, Schooman(s), Scoman: 1. BN naar de fysieke schoonheid en aantrekkelijkheid. 1170-90 Godefridus Sconeman, Keulen (HAGSTR. 1949); 1398 Jan Steembaert (lees: Scoembaert?) dit Scoenman, Oostrozebeke (DEBR. 1970); 1422 Inghele Schoenman, Ktr. (DEBR. 1958). — 2. Patr. Afl. van Germ. skôn-naam. Vgl. Schoon 2. 1304 Sconeman le Pud; 1280 Griela Sconeman, Ip. (BEELE). [WFB2] |
afkortingen en bibliografische notaties: |
|