Nederlandse Familienamenbank |
Roelofs |
< | Roelofsen | < |
Roelofse Roelvink Rolfes |
naamsvermeldingen en literatuurreferenties:
• Jacop Roloffssoen, Zwolle 1399 [Maandrek. Zwolle 1399]. • O.a. Berend Roloffssoen, Zwolle 1449 [Maandrek. Zwolle 1449]. • Jan Willem Roelofsen (Opheusden 1819-1876); zoon van Gerrit Roelofsen (Opheusden 1768-1839) ['Betuwse kwartierstaat: Klaas Verwoert', in: Nieuwsbrief Historische Kring Kesteren 24 (2006), nr 1, p 26-27]. • Arent Roelofsen (Opheusden 1816-1866) ['Betuwse kwartierstaat: Teunis van Leijen', in: Nieuwsbrief Historische Kring Kesteren 27 (2009), nr 2, p 24-25]. • [Dik Roelofsen, Roelofsen in vogelvlucht - Knelis Roelofs (Arnhem, 1694-1757) en zijn nazaten, z.p. 2017]. • In Friesland werd de familienaam Roelofsen in 1811 door Bernardus Roelofs te Bolsward aangenomen [RFF]. | |
• Roelof, Roelofs(en), Roeloff(zen), Rol(l)of(f), Rohloff, Roloffe, Rolofson, Rolef, Rouleff, Ruyloft, de Rolf, Drolff, Deroloffe, Rolf(s), Rollfs, Rohlf, Rolfo, Roef(s), Rouff, Roeffen, Reuff, Rueff, Ruf(f): Patr. Germ. VN hrôth-wulf "roem-wolf": Hrodulfus, Roolf (MORLET I). 1118 Rodulfus de Melle (GN); 1268 Rolf de Hille; 1304 Roelf le Bliec; 1268 Mas filius Roelf = 1277 Maes fieus Rolfs, Ip. (BEELE); 1372 Roeloven van Redinghen, Tn. (ROEL. 1951); 1396 Jan Roelof vel Roef, Maarke-Kerkem (DE B.); 1544 Rodolphus dictus Roef, Bergeik (JVO). [WFB2] | |
• Roelof(s), Roelofse(n), Rolaff, Rolf(es), Ruijloft: Patr. Germ. VN hrôth-wulf `roem-wolf': Hrodulfus, Roolf (MORLET I). 1118 Rodulfus de Melle (GN); 1268 Mas filius Roelf = 1277 Maes fieus Rolfs, Ieper (BEELE); 1309-10 Hughe Roedolf, Aardenburg (HAES. 159); 1600 Barbele Roelof, Aardenburg (VAN VOOREN 1973). [WFZ] |
afkortingen en bibliografische notaties: |
|