Nederlandse Familienamenbank |
Rijswijk, van |
< | Rijswijk | < |
Rieswijk Riswick Rijs |
naamsvermeldingen en literatuurreferenties:
• Pieter Riiswiic, Leiden 1426 [B.H.D. Hermesdorf, De herberg in de Nederlanden. Een blik in de beschavingsgeschiedenis, Assen 1957, p 34; vgl 69 (p 35 Gerit van Riiswiic te Nijmegen)]. • Gerijt Rijswijck, borg in 1458, stamde uit een geslacht dat behoorde tot de Leidse top-elite en dat zijn inkomsten voornamelijk verdiende op het platteland [P.J.E.M. van Dam, 'Spuien en heien. Innovatie en de rol van de stedelijke elite bij sluisbouw te Spaarndam in de 15e eeuw', in: Zeven eeuwen Rijnlandse uitwatering in Spaarndam en Halfweg, Leiden 1994, p 41]. | |
• Zie RIJSWIJC in het Vroegmiddelnederlands woordenboek [VMNW]. |
afkortingen en bibliografische notaties: |
|