Nederlandse Familienamenbank

naamsvermeldingen en literatuurreferenties:

• [J. Hofstee, 'Hofstede - Hofstee', in: GN 43 (1988), nr 1, p 18]. • 1. Hendrick Hofstee, ovl. Lattrop voor 1577, landbouwer op de erve Hofstee te L. (Markeboek, 1577: salige Henrick Hofstes vrouwe). 2. Johan Hofstee (ter Hoeffstedt) (Lattrop ca. 1600-ca. 1650), landbouwer op Hofstee, enz. [H.A.G.M. Hofstee, 'Genealogie Hofstee', in: Twente Genealogisch 11 (1995), p 71-76]. • Roelof Hommeken, meijer op Meijers erve 1598-1609 = Roeloff ter Hoffstee, Assen 1607. "Het lijkt er op dat hofstede een algemene benaming was voor dat deel binnen de Singel behorend tot en geëxploiteerd vanuit het bouwhuis. Hier woonde Hommeken alias Ter Hoffstee. Met de hofstede wordt de Buurshof bedoeld (...)" [Jan Ennik, 'De Besloeten Plaetss. Grondgebruik in Assen van 1600 tot 1800 in het oostelijk en zuidwestelijk deel binnen de singels', in: Asser Historisch Tijdschrift 11 (2001), nr 1, p 2]. • Albert Hofste (met een enkele -e-) (Eelde 1830-Veendam 1906); zoon van Remmelt Hofstee (Vries 1793-Paterswolde 1848); zoon van Jannes Egberts Hofstee (Yde 1763-1817), arbeider [G.W. Spelde, 'Kwartierstaat van Geert Wiecher Spelde', in: Ts. Westerwolde 22 (2001), nr 3, p 80-81]. • Vgl. OLS: toponiemen Hofstee (Hofstede).

• Hofstede, (van der); Hofstee, Verhofste(de), Verhofsté, Hoffstedde:  Verspreide PlN Hofstede: stede met hoeve. Vgl. Van (der) Hofstadt. 1285 Iohannes de Hofstede, Ktr. (DEBR. 1980); 1382 Pietre van der Hofsteden, Zwg. (DEBR. 1970).  [WFB2]

• Hofstede, (van der); Hofstee: Verspreide PlN Hofstede `plaats met hoeve'. 1285 Iohannes de Hofstede, Kortrijk (DEBR. 1980); 1450 Herman Hoeffstede, Anderen (DR) (DM).   [WFZ]

afkortingen en bibliografische notaties: