Nederlandse Familienamenbank

Naam 
Veldhoen
< Hoen < Hoen, 't
Hoenen
Hoentjen
Hoenders
Hoenink

verklaring:
Indien de familienaam Hoen geassocieerd kan worden met het woord hoen = 'kip, hen, hoenderachtige vogel', zou sprake kunnen zijn van een beroepsbijnaam voor een kippenboer of pluimveekoopman. Men kan zoals bij de naam (Van) 't Hoen ook denken aan een huisnaam met de afbeelding van een hoen of enkele hoenders op een uithangbord of gevelsteen.
Ten slotte moet er rekening mee worden gehouden dat namen als Hoen, Hoenen, Hoenink, Hoenson evenals Huijnen en Huinink teruggaan op de Germaanse persoonsnaam Huno, welke naam met die van de volksstam de Hunnen in verband kan worden gebracht en waarvan de woordoorsprong in de betekenissfeer 'donker, bruin, berejong, jonge kerel' ligt.

Citeren:
Leendert Brouwer, 'Hoen', in: Nederlandse Familienamenbank = CBG Familienamen, Amsterdam, Meertens Instituut / Den Haag, CBG Centrum voor familiegeschiedenis, 2000...


kenmerken:
metonymische beroepsnaam adresnaam patroniem

Veel voornamen die aan de basis van patroniemen liggen worden verklaard in de
Nederlandse Voornamenbank

specifieke componenten:

geen affix