Nederlandse Familienamenbank

Naam 
Groot, de
< Groot < Grooten
Groos
Magnus
Groothuis
Grootjans

naamsvermeldingen en literatuurreferenties:

• Aernt Groot Aerntsz, vermeld in 1371 als een van de hoogstaangeslagenen te Woerden [N. Plomp, Woerden 600 jaar stad, Woerden 1972, p 44].
• Aerjen Auckesz, huw. Obdam 1589 & Aef Jans; ouders van Gleyn Aerjensz (Groot), geb. ca. 1580; vader van Arien Gleynsz Groot, in de Wogmeer; vader van Gleyn Ariensz Groot, huw. Berkhout 1685, jm. van de Wogmeer; vader van Germent Gleynsz Groot, ged. Spierdijk 1687; enz. [J. Appelman, 'De familie van Gleyn Groot uit de Wogmeer', in: Westfriese Families 35 (1994), nr 1, pp 12-28].
• Cornelis Pietersz alias Groote Piet, Volendam 1646; Cornelis Pietersz alias Groote Cornelis, 1658; Cornelis Pietersz Groot, 1659 [D. Brinkkemper, 'De opkomst van Volendam als vissersplaats 1462-1700', in: Premiefoto Vereniging Oud Volendam (1998), nr 29, p 32, 36].
• Theunis Jansz & Albertje Willems, huw. Schokland 1712; ouders van Louwe Teunis Groot, ged. Schokland 1712, huw. Volendam 1733, ovl. aldaar 1768; enz. Ook het verdere nageslacht woonde in de meerderheid in Volendam [A. Klappe, 'Stamreeks Groot', in: Het Schokker Erf (1994), nr 26, p 24-25].
• Voorouders van een familie Groot: Willem Willemsz (Posthumius), schoolmeester op Broeckoort, en Trijn Pieters, huw. Andijk 1676 [P. Kistemaker, Het geslacht Groot (stam Posthumius), Andijk 1979].
• Kees Groot Jan, 's-Graveland 1731. Groot Jan (1669) is een hofstede die door Jan Gerritsz Groot werd gepacht en die in 1730 in bezit van Cornelis Jansz Groot was [U.M. Mehrtens, Hilverbeek te 's-Graveland, Bijdragen tot het bronnenonderzoek naar de ontwikkeling van Nederlandse historische tuinen, parken en buitenplaatsen, 22, Zeist 1988, p 14; ibid. 23, p 3].
• [J.A.J. Groot, 'Tien generaties Groot', in: Westfriese Families 39 (1998), nr 1, p 15].
• [F.C. Groot, Kwartierstaat Frederik Willem Groot, geb. Scheveningen 18 mei 1972, Zoetermeer 1996].
• [N. Groot, Het Westfriese geslacht Groot (stam Straetsman), Heinkenszand 1982].
• [J. Kremer, Genealogie van de geslachten Kremer, Servaas, Vooren, Groot, Beverwijk z.j.].
• [Bertus Groot, '125 jaar familie Groot in de Mijzen', in: Geschiedenis van Ursem in een ringband (2013), p 1139-1152].
• Groot(en), -ens, Grote(n), Groth, Grothe(n), de Grood(t), (de) Groot(e), de Grootte, Degrot(te), Schrooten, Schroeten:  BN naar de grote gestalte. Vgl. Legrand. 1202 Willelmi Magni, Har. (DEBR. 1980); 1260 Woutren den Groten, Grauw (CG); 1281 Johannes Grote; 1326 Jan de Grote, Ip. (BEELE). Schrooten = 's Groten. 1398 Beatrise Scroten, Egem (DEBR. 1970).  [WFB2]
• Groot, (de); (de) Groote, (de) Grote, Groten: BN naar de grote gestalte. 1260 Woutren den Groten, Grauw (CG); 1376 Jhan Groet Hughs sone scepenen in Hulst; 1381 Jan de Groote, Hulst (DEBR. 1999); 1475 Adriaen de Grote, Aardenburg (VAN VOOREN 1970).   [WFZ]

afkortingen en bibliografische notaties: