Nederlandse Familienamenbank

Naam 
Groos
< Graus < Grauss
Kraus
Groes

naamsvermeldingen en literatuurreferenties:

• Corporaal Graus, Ohé en Laak 1796, 56 j., ouvrier; Jean Graus, idem 48 j., maitre d'ecole; Cornelus Graus, idem 39 j., ouvrier [Richter-1998, p 65, 69].
• Degraux, Decraux, Graux, Grau(s):  PlN Graux (N). 1265 Godefroid de Grau, N (CRN).  [WFB2]
• Graus(z):  Zwabische gediftongeerde vorm van Gross: groot.  [WFB2]
• Grauwels, Grouwels, Grawels, Grauls, Grouls, Gruyls, Graulus, Gro(u)lus, Graus(z):  BN Mnl. gruwel: schrik, afgrijzen. BN voor iemand met gruwelijk uitzicht, afgrijselijk mens. Vgl. Greuel, Greulich. 1257 Johannes Gruwel = J. dictus Griwel, Lv. (DE MAN 1981,29); 1406 Jan Gruwel, Erps (PEENE); 1488 Heyn Grouwels = Hennen Grauwels = 1453 Heynen Gruwels, Ht. (A.GHIJSEN). Zie ook VS 1984, 19-20.  [WFB2]
• Graux, Grau(s):  1. Patr. < Géraux, Germ. VN Geroud; vgl. Grart. 1289 Graus Cauce; 1249 feme Graut Corbella; 1197 Gheraudus, Atrecht (NCJ). — 2. Zie Degraux.  [WFB2]

afkortingen en bibliografische notaties: