Nederlandse Familienamenbank |
Koops |
< | Coops | < |
Cops |
naamsvermeldingen en literatuurreferenties:
• Patr. < Coop, 17e eeuw [OTGB 2 (1985), nr 4, p 66]. • [C. Coops, Vierhonderd jaar molenaars. Genealogie van een geslacht Coops, Wageningen 1982]. | |
• Coop(s): 1. BN voor iemand die veel koopt, voor een koopman. 1412 van Katelinen Coep; 1422 Clais Pieters die men zeit Coopal, Ktr. (DEBR. 1958). — 2. Zie Cop. [WFB2] | |
• Cop, Copp(e), Coppé, Cops, Kop, Kopp(e), Kops, Coop(s), Kopf(f), Keup(s), Ku(y)ps: 1. Mnl. cop(pe) komt in verschillende bet. in aanmerking: vaatwerk, schaal, schotel, drinkschaal, beker; schedel, kruin, top, kop; laatkop. Ook huisnaam, b.v. in Ieper en Kortrijk. 1378 Nisin Cop; 1394 le vesve Willame Cops; 1277 Diederic Coppe, Ip. (BEELE). — 2. Patr. Korte vorm van HN Jacop. 1429 Jacobus dictus Cop, Den Bosch (GOR.); 1466 Coppe oft Jacop Meluszoen, Leeuwarden (JVO). — 3. Patr. Bakervorm van Germ. VN. 1231 Cunr. Coppo, Augsburg (BRECH.). Vgl. Cobbe(n). [WFB2] |
afkortingen en bibliografische notaties: |
|