Nederlandse Familienamenbank |
|
Bus Bosch |
< | Busch | < |
Buschgens (ü) Buschman Buss Buscher Steinbusch |
naamsvermeldingen en literatuurreferenties:
| • Hauptbedeutung: 1. Benennung nach Wohnstätte zu mittelhochdeutsch busch , bosch , bosche , mittelniederdeutsch busch , busk 'Busch, Gebüsch; Buschwald' für jemanden, der an einem Gebüsch oder einem Wald wohnt. In Einzelfällen: 2. Benennung nach Herkunft zu den Siedlungnamen Busch (häufig in Nordrhein-Westfalen; auch in Niedersachsen, Sachsen-Anhalt, Baden-Württemberg, Belgien), Büsch (Nordrhein-Westfalen, Rheinland-Pfalz). Die betreffenden Siedlungen sind sehr klein und kommen daher erst in zweiter Linie als Namengeber in Frage [Daniel Kroiß, 'Busch', in: DFD --- via onderstaande websitelink]. • Diederic de Busch, Aardenburg 1309-10 [Haeserijn-1954, p 137]. • Theoderico van den Busche, Nijbroek 1333-34 [Handwissel Nijbroek, p 101]. • Harmen ten Busche, huiseigenaar te Zutphen 1395 [Michel Groothedde, 'De Leye, de bouwhistorische ontwikkeling van Lange Hofstraat 21/Kolenstraat 1a te Zutphen', in: Bijdragen en Mededelingen Vereniging Gelre 91 (2000), p 218]. • Zweder ten Bussche, Zwolle 1399 [Maandrek. Zwolle 1399]. • Herman ten Bussche, Zwolle 1401 [Maandrek. Zwolle 1401, p 61]. • Herman ten Busch, o.a. verschillende keren in de functie van kemener (cameraar); Reynolt ten Busch; e.a. te Zwolle 1449 [Maandrek. Zwolle 1449]. • Dirck Geryt Busch = Dirck Bosch (Rotterdam?) 1464; 10 morgen land gelegen in de Busch. Jan Dircsz en Dirck Bosch Geryts, broers, 1469 [C. Hoek & J.C. Kort, 'Aanvullingen op gepubliceerde repertoria van leenkamers, die binnen het graafschap Holland hebben gefunctioneerd', in: OV 44 (1989), p 438, 440]. • Geerlich Johanns op ten Kortenbusch, toebehoerende Hermen ten Busch schulte tZwolle, respectievelijk Jan Lambertss inden Busch, vermeld in de Ligger van de Landerijen in Salland van 1520 m.b.t. Heino. Theunis Bosch, volkstelling Heino 1795 [Bieleman-1980, p 131, 132, 142]. • Gerrit Pelgrimsz Busch, huw. Zwolle 1601, burgemeester van Zwolle; vader van Barthold Gerritsz Busch, huw. Zutphen 1640, burger Zwolle 1642 [Iongh de-1992, p 190]. • Reneke Busch, in 1683 raadsheer van de stad Groningen; kleinzoon van Hubert du Bois, in 1572 na de Bartholomeusnacht uit Nancy naar Nederland gevlucht [W.J. e.a. Formsma, De Ommelander borgen en steenhuizen, Assen 1973, p 101]. • [J. Koel, De stamnaam Busch in de Zaanstreek, Heiloo 1982]. | |
| • Bus(ch), Busck, de Bussche, Debusse: 1. Korte vorm voor Van den Bussche. 1409 Willem Busch = Willemme vander Kercke dit Busch, Ktr. (DEBR. 1958). — 2. D. FN Busch. PlN Busch: bosje, struikgewas. Ook Büsch. [WFB2] | |
| • Bus(ch): Korte vorm voor van den Bussche. Ook D. FN Busch. [WFZ] |
|
afkortingen en bibliografische notaties: |
websites: |
