Nederlandse Familienamenbank

Naam 
Broek, van de / den / der
Mastenbroek
Brok
< Broek < Broekema
Broeks
Broekroelofs
Oosterbroek
Broekaart

naamsvermeldingen en literatuurreferenties:

• Gerrit Jansz Brouck, bouwman in Vlaardingen, vroedschap 1619-33; zoon van Jan Gerritsz Brouck, kohier 10e penning Vlaardingerambacht 1561, schepen aldaar; zoon van Gherijt Costijnsz, bouwman, pachter van land van het klooster Koningsveld 1519-50, kohier 10e penning Vlaardingerambacht 1544 [Slootweg-1997, p 92].
• Brock, Broc(q), Brocke(n), Brok(ken), Broks, Bro(k)x, Brockx, Broek(e), Broecke, Broeken, Brouck(e), Broe(ck)x, Broecks, Brou(ck)x, Broeks, -sz, -x, Brux:  Patr. Germ. VN Brucco, Brucho (SOCIN 135), een metathetische vorm voor Burgo "burg", een korte vorm naast VN Burghard; vgl. Bruchardus, Brokardus = Burcardus (MORLET I). Vgl. Serbrock. 1222 Balduini Broke (DEBR. 1980); ±1240 Symon Brocs, Gent (SCHMID); 1276 Johanne Broc, Ip. (BEELE); 1399 Pieter Brouc, Bg. (SIOEN); 1435 Jacop Broc, Bg. (PARM.).  [WFB2]
• Broek(e): Var. van Brock(e), of verkort uit van den Broek(e).   [WFZ]

afkortingen en bibliografische notaties: