Nederlandse Familienamenbank

Naam 
Braam < Abrahams
Braams
Braam, van
Braem
Braan

naamsvermeldingen en literatuurreferenties:

• Braem Baes, Ieper 1280; Michael Braem, Ieper 1280; Boudin Braems kinderen, Kortrijk 1368 [WFB].
• Heinric Braems, Aardenburg 1309-1310 [Haeserijn-1954, p 134].
• [Zoder-1968].
• Wisse Braemssone, in Popsroden Ambocht (Walcheren) 1431 [Rek. Rentmeesters Bewesterschelde, I, p 28].
• Jan Bramsche, afkomstig uit Emden, bouwde in 1587 een borg te Warffum; zoon van Johan Braem, "namael Bramsche" [W.J. Formsma e.a., De Ommelander borgen en steenhuizen, Assen 1973, p 453].
• Rijck Braem, schepen Nijmegen 1594 [Legerboek Stevenskerk Nijmegen 1600, p 57].
• Wolter Hindriks Braam (Odoorn 1767-Weerdinge Emmen 1832), bij zijn geboorte nog: alias Wolther Hindriks Cappeler; zoon van Hindrik Geerts Cappeler (Borger 1739-Emmen 1802) & Fenneggien Wolters Braam (Gieten 1735-Weerdinge Emmen 1813); dochter van Wolter Braam en Geesje Jans Ansing [Informant: André Braam te Meppen, 21-3-2006].
• Stamreeks gaat terug tot Jan Hendrik Braam, geb. Mörmter nabij Rees Dld., poorter van Amsterdam 1767 [N.H. Slinger, 'Braam', in: GN 24 (1969), p 372].
• Peter Braam (Villmar Dld. 1748-Wisch 1825) [Theo Wilemsen, 'Terborg, het Haagje van de Achterhoek', in: Contactorgaan ADW 55 (2017), nr 155, p 6-14].
• Genealogie die begint bij Wilhelm Braam, geb. ca. 1730 te Emmericher Eijland [N. Braam, M'n vader was een Duitser en m'n moeder was een Geldersman. Geschiedenis van de familie Braam, Arnhem 1985].
• [A. Schaafsma, Verbeterde en uitgebreide genealogie van Bostelen-Braam, Rijswijk 1999].
• In Groot Agelo (Overijssel) is Braam een andere benaming voor de boerderij Abrahamink [H. Hagens, Boerderijen in Twente, Utrecht 1992, p 49].
• [W.E. ten Asbroek & J.G.L. Overbeeke, 'De woningen op de Braam', in: Aold-Hoksebarge (1979)].
• [Boerderijenkaart Haaksbergen-2008].
• Braam, Braem(e), Bram(m)e, Bra(e)m(s), Breem(s), Brem(s), Brembs, Brah(a)m:  1. Patr. Korte vorm van de bijbelse VN Abraham. 1280 Braem Baes; 1280 Michael Braem, Ip. (BEELE); 1378 Braem de Volre; 1368 Boudin Braems kindren, Ktr. (DEBR. 1970); 1375 Jo Brems = Jo Breems, Tv. (BERDEN). — 2. De naam Braam kan ook gegeven zijn naar de braamstruik. Vgl. 1281 Lambinus Bramsat, Desselgem (HAES.); 1398 de Braemsnider, Ktr. (DEBR. 1970); D. Brambeer. En voor Brems kan ook aan de bremstruik worden gedacht; vgl. van den Bremt, van der Ginste. BRECH. verklaart de naam van de toondichter Johannes Brahms (1833-97) uit Bramst: bremboer.  [WFB2]
• Braam, Braams(e), Bramse(n), Braem: Patr. Korte vorm van de bijbelse VN Abraham. 1280 Braem Baes, Ieper (BEELE); 1285 Olivier Braem (zoon van) Arnoud Braem, IJzendijke (JAM. 2); 1309-10 van meester Heinric Braems coste = meester Henric Braem, Aardenburg (HAES. 134); 1318-19 her Niclais Braems, Walcheren (HAMAKER I, 6); 1335 Willem Braems land; 1371 Hughe Braem doude, Hulst (DEBR. 1999).   [WFZ]
• Zie BRAEM in het Vroegmiddelnederlands woordenboek [VMNW].

afkortingen en bibliografische notaties: