Nederlandse Familienamenbank

Naam 
Bos < Bosch
Bosman
Bosma
Boss
Doornbos

naamsvermeldingen en literatuurreferenties:

• "Bos duidde aanvankelijk struikgewas of kreupelhout aan (vgl. Engels bush). Onder invloed van het Franse bois nam het in het Middelnederlands de betekenis 'bos' aan, en als zodanig verdrong het de oude benaming hout, die enkel hier en daar in de dialecten bewaard bleef. Zowel de oude als de jongere toepassing kunnen ten grondslag liggen aan de familienamen Bos, Van (de/den) Bos(se), Op de(n) Bos(ch), Van de/den/der Bus(se), Ten Bosch(e), Bosman(s), Bosma, De Buss(ch)e, Bos-, Bous-, Busman(s), Bosschaert(s), Busschaert(s), Beuschaert en hun spellingsvarianten [Devos-2002, p 49].
• Voorouder: Dyrck Nannessen, verm.1516-1541 [J. Boersma, Het geslacht Bos uit Nieuwerkerk aan den IJssel, 's-Gravenhage 1983].
• In een kwartierstaat drie lijnen die teruggaan tot: 1. Jan Matthijsz Bos, test. Utrecht 1625; zoon van Matthijs Jacobsz Bos, geb. ca. 1520, gegoed te Breudijk; zoon van Jacob Bos, geb. ca. 1490, gegoed te Breudijk. 2. Binne Wessels Bos, (Boekelte 1761-Boyl 1832); zoon van Wessel Wytzes Bos, ovl. voor 1813. Binne's vrouw is Hiltje Roelofs Buitenbos (Bos); dochter van Roelof Jans Buitenbos, won. Appelscha en Boyl, ovl. na 1816. 3. Dirk Leendertsz Bos, ovl. Nieuwerkerk a.d. IJssel 1719; zoon van Leendert Jacobs Visser, geb. Zuid-Waddinxveen, ovl. Nieuwerkerk a.d. IJssel 1696 (& Maritge Ariens Crous); zoon van Jacob Aertsz [Slootweg-1997, p 98, 15, 83].
• Evert Jacobsz Bos, ged. Veenendaal 1674, huw. aldaar 1696; zoon van Jacob Evertsen Bos, boedelinv. Veenendaal 1718; zoon van Evert Hendriksz Bos (vgl. ORA Veluwe, nr 797, d.d. 1688) [Pol van de-1993: 1994, p 29].
• Cornelis Danielszoon Bos, ged. Landerum 1735; zoon van Johan Daniel Busch, geb. Straatsburg 1696, huw. Midsland 1734; zoon van Caspar Christiaan Busch ['Cornelis Danielszoon Bos, wie was deze man?' in: Cornelis Douwes. Orgaan van de Vereniging van Oud-leerlingen der Zeevaartschool Terschelling (1975), nr 42, p 882-885].
• Aart Bos, geb. Oldebroek 1823; zoon van Andries Bos (Borst) (Hattem 1791-Oldebroek 1869); zoon van Aart Jacobs Borst (Heerde 1763-Hattem 1802); zoon van Jacob Aarts (Borst) (Heerde 1724-1790) [W.P. Leising, 'Kwartierstaat W. Bos', in: VG 10 (1985), p 88].
• De familienaam Bos is in Suriname bij de Emancipatie van 1863 op de plantage De Drie Gebroeders aan de Surinamerivier verkregen; de plantage was eigendom van Abigaël Joseph de la Parra [Suriname plantages --- via onderstaande websitelink].
• [L.W. Kanning, Negen generaties Bos vanaf ca. 1740. De nazaten van Albert Berends en Grietje Berends, Etten-Leur 1996; L.W. Kanning, Acht generaties Bos vanaf ca. 1770. De nazaten van Egbert Jans Bos en Grietje Harms Luitjes, Etten-Leur 1996; vgl. Genealogie-CBG 4 (1998), nr 1, p 11].
• [J. Boersma, Het geslacht Bos uit Nieuwerkerk aan den IJssel, 's-Gravenhage 1983].
• [Genealogie Bos afkomstig uit Holwierde, z.p. z.j.].
• [Rolf Max Kully, 'Die heilige Bös', in: BzN NF 37 (2002), nr 3, p 293-303].
• [Ans van der Linden-Ruggenberg e.a., 'Bos-dynastie in drie bedrijven', in: Bijdragen tot de geschiedenis van IJsselstein (2013), nr 139, p 1-32].
• [De Vaan-2017, p 328].
• Bos:  1. Pic. bo(s): bos. — 2. Korte vorm voor Van den Bos.  [WFB2]
• Bos, van de(n)/der Bos, in de(n) Bosch, van den Bosch, van de(n) Bossche, van den Bosse(n), van den Bussche: Heel erg verspreide PlN (den) Bos(ch), ten Boss(ch)e `bos'. Ook wel Den Bosch voor 's-Hertogenbosch. (NB). 1319 bi Clais van den Boske, Clais van den Bosche, Brouwershaven (HAMAKER 143).   [WFZ]
• Zie BOSC in het Vroegmiddelnederlands woordenboek [VMNW].
• Zie BOSCUM in het Vroegmiddelnederlands woordenboek [VMNW].

afkortingen en bibliografische notaties:

website:
https://www.surinameplantages.com/archief/d/driegebroederss