Nederlandse Familienamenbank

Naam 
Bisschop < Bisschops
Bischoff
Bischop
Obispo
Roosegaarde Bisschop

verklaring:
Halverwege de 13e eeuw werden in oorkonden met betrekking tot het klooster Bethlehem bij Doetinchem Gerardus en Theodericus Episcopus vermeld, 'bisschop' in het Latijn. Bisschop van Münster of Utrecht waren zij toch niet. Was er misschien sprake van een relatie met Ludolf van Holte die in die periode bisschop van Münster was (het graafschap Zutphen viel toen onder het bisdom Münster). Mogelijk hadden zij de bijnaam Bisschop omdat zij bepaalde dienstbetrekkingen hadden of misschien bewoonden zij een huis of boerderij dat om de een of andere reden de naam Bisschop had gekregen. In het 14e eeuwse Leuven leefde Diederik Bisschop en hij werd kennelijk zo genoemd omdat hij als stadsbode naar de bisschop in Luik werd gezonden. In 't Gooy bij Hengelo Gelderland is de boerderij Den Bisschop of Bisschoppink gelegen, vooralsnog met een oudste vermelding in 1473, en deze werd omstreeks 1700 bewoond door Hendrik Lammerts op de Bisschop. Nu kunnen we reeds in het Biografiisch Woordenboek van Van der Aa uit 1867 lezen dat Otto II, graaf van Gelre, wellicht nadat hij halverwege de 13e eeuw door de bisschop van Münster gevangen was genomen, gedwongen werd om zijn heerlijkheid in Goije aan de bisschop op te dragen... Een erve Bisschop in Heino Salland heeft ook door de eeuwen heen zorg gedragen voor de achternaam Bisschop: Engbert Bisschop, 1520; Otto op den Bysschoep, 1601; Thijes Bisschop, 1795.
Diverse mogelijkheden zijn er voor de achternaam Bisschop. Ten slotte blijkt uit een kwartierstaat dat naamdragers Bisschop met Duitse voorouders teruggaan op de Duitse naamvorm Bisschoff.

Citeren:
Leendert Brouwer, 'Bisschop', in: Nederlandse Familienamenbank = CBG Familienamen, Amsterdam, Meertens Instituut / Den Haag, CBG Centrum voor familiegeschiedenis, 2000...


kenmerken:
betrekking adresnaam

specifieke componenten:

geen affix