Nederlandse Familienamenbank

Naam 
Benders < Bender
Beenders
Binders

naamsvermeldingen en literatuurreferenties:

• Uitbeender, of ook bender/binder = 'knevelaar, struikrover' [Verhoeff-1988, p 2].
• Bender, (de); de Bendere, Be(e)nders:  BerN van de binder: 1. (vat)binder, kuiper; vgl. D. Fassbinder; 2. hij die boeit, knevelt.  [WFB2]
• Benders: BerN van de (vat)binder, kuiper, vgl. D. Fassbinder.   [WFZ]

afkortingen en bibliografische notaties: