Nederlandse Familienamenbank |
Aarts |
< | Nuijten (y) | < |
Nuiten Nuijen (y) Nuijts (y) Nolten |
naamsvermeldingen en literatuurreferenties:
• Arnoud Neuden, Dordrecht 1285-86 [Stadsrek. Dordrecht 1283-87, p 42]. • "Het patricische geslacht Neuyt te Axel zou zich in de 15e eeuw aldaar hebben gevestigd en afkomstig zijn uit Brugge. Bauwen Neuyt bezat in 1480 zoutketen te Axel en was er in 1472 schepen" [Inniger-2002, p 6]. • Cornelis Nuijten, Oud Gastel 1599 [Inwoners Gastel 1599, p 57]. • Nuijt als voornaam: Aernout Cornelis Deckers, gedoopt als Nuyt te Nispen 1616 [J.B. van Loon, 'Van Achtmael alias Decker', in: dBL 38 (1989), nr 2, p 70]. • Jacobus Nuijten (Halsteren 1765-1807) [Bergs kwartierstatenboek-1998, p 69]. • Petrus Nuijten (Bergen op Zoom 1770-1845), hovenier [Bergs kwartierstatenboek-1998, p 22]. | |
• Nouten(s), Noiten, Nooytens, Nuit(t)en, Nuytens, -in(ck), Nuijten(s), Nuythens, Nuijttens, Nuytten(s), Na(e)ten(s), Nut(t)in, Nuttinck, -ynck, Nutten(s), Nuten, Nueten(s), Neuten(s): Patr. Vleivorm van Germ. VN Arnoud. Vgl. Noudens (ook voor oi/ui). Let ook op Br. a-uitspr. 1323 Coelijn Nutin, Rekkem (DEBR. 1971); 1317 Ar. Noyten; 1354 Henricus dictus Neuten= 1389 Henrici Noytens, Lovenjoel (MNT 475); 1633 Petri Neuten, Lo (CRAEYE); 1724 Guillielmus Nuttens fs. Anthone Nuyttens, Lendelede (COUSS.). [WFB2] | |
• Nuijten(s), Nuijtinck: Patr. uit Noiten, afl. van Noit, Noid < Arnoud. Vgl. Nuijts. [WFZ] |
afkortingen en bibliografische notaties: |
|