Nederlandse Familienamenbank |
Nieuwenhuis |
< | Nijenhuis (y) | < |
Nijhuis Neijenhuis (y) Nienhuis Nijenhuis, te Klein Nijenhuis |
naamsvermeldingen en literatuurreferenties:
• Warner op Nyenhuis, Collendoorn 1427 (schattingsregister van Salland) [H. van Biessum, De markte Lutten door de eeuwen heen, Wezep 1996, p 24]. • Berndt Nienhuis, burger Zutphen 1598 = Berndt then Nijenhuis, Zutphen 1602 = Beerndt ten Nijenhuis, 1606-08, tijns van huis bij de Steenbrug [Galema-2000, deel 1, p 97]. • Jan Schilderinck op Nijenhuis, ged. Lichtenvoorde 1684 ['Aanvullingen en verbeteringen Diverse kwartierstaten Hulshof', in: OTGB 36 (2019), nr 2, p 59]. • Jacobus Nijenhuis (Nieuwenhuis, Nienhuis, alias Scholte Nijenhuis, geb. Nienhuis, Lintvelde (Beltrum, Eibergen) 1723, scholte, bierbrouwer op Nienhuis te Lintvelde [Sebastiaan Roes, 'Kwartierstaat Roes-Reijrink', in: OTGB 37 (2020), nr 2, p 34-41]. • < Teunis Willems Niejenhus, ovl. 1787 op De Telgenbosch ook Niejehus genoemd, nabij het kasteel Het Nijenhuis te Wijhe [C.D. Compaan e.a., 'De Bendijk of De Vlo', in: Omheining. Contactblad van de Vereniging voor Heemkunde Omheining te Heino 9 (1989), p 119]. • [G. Goorman, 'Bathmense geslachten. Het geslacht Stegink', in: Verenigingsblad van de Oudheidkundige Kring Bathmen 9 (1989), nr 1, p 15]. • [R. Boonstra, 'De buurschap Loo, westelijk gedeelte', in: Verenigingsblad van de Oudheidkundige Kring Bathmen 17 (1997), nr 4, p 25; (1998), nr 4, p 21]. • [A. Smegen, 'Vier erven en hun bewoners te Zwinderen', in: DGJ 1 (1994), p 36-63]. • Marten Nijenhuis wonende opt Nijenhuis te Almen 1785 [Muschart-1956: 1957, p 42]. • Boerderij te Lichtenvoorde [J.A.M.P. Biesen, Register van naamsaanneming, 1971, p 50]. • [B.J. Hekket, in: Tubantia 1973]. • Albert Geerts Nijenhuis (Diever 1787-Steenwijkerwold 1871), omstreeks 1810 wonend in Wapse; zoon van Geert Albers & Jantje Jans Kiers [W.R. van Engen & R.E. van Engen, 'Kwartierstaat van Jan Lubbinge en Jantje Nijenhuis', in: Onsen Spiker 12 (2001), nr 4, p 5-16; W.R. van Engen & R.E. van Engen, Het voor- en nageslacht van Jan Lubbinge & Jantje Nijenhuis, Zevenaar 2000]. • [Hans Nieuwenhuis, '218 jaar familie Nijenhuis/Nieuwenhuis in Meppel (1781-1999)', in: Oud Meppel 36 (2014), nr 4, p 37-52]. • [Marcel Arentsen, 'Zeven generaties Nijenhuis op 't Onland', in: Kronyck van Deutekom & Salehem 40 (2016), nr 159, p 12-16]. • Huisnamen Nijenhuis: - Het Nijenhuis, boerenerf te Zieuwent 1614-24; het Nyenhuis arve, boerenerf te Lievelde, gemeente Lichtenvoorde, 1614-24; Reyner Nyenhuis arve te Vragender, idem [Thielen-1966, bijlage 2, p 218, 219]. - Vgl. NNN: toponiemen Nijenhuis, het Nije Huis. | |
• Neuhaus(er), -hausen, -häuser, -hauzer, -heuser, Neuenhaus, Neuhuys, Nijhuis, Ny(en)huis, Nijenhuis, Neyenhuisen, Neinhaus, Nejhaus, Nie(n)haus, Nienhuis: Erg versrpeide PlN: nieuw huis. Vgl. Nieuwenhuis. 1279 Dietericus de Niuwenhusen (BRECH.); 1359 (Gertrude) van Nythusen (BLO III); 1767 François Neunheuser, N (ICC II). [WFB2] | |
• Nieuwenhuis, Nieuwehuize, Nieuwenhuise(n), Niewenhuyse, (van) Nieuwenhuize(n), (van) Nieuwenhuijse(n), (van) Nieuwenhuijze(n), Nienhuis, Nijhuis, Nijenhuis, van Nouhuijs: Erg frequente PlN Nieuwenhuis. 1293 Jhanne van den Nuwen huis, Geraardsbergen (CG); 1430 Willem Willenssone van den Nuwenhuys, Halder (NB); 1605 Nicolays van Nieuwenhuyze, Aardenburg (VAN VOOREN 1973); 1625 Jan Jansen van Nieuwenhuyse, Goes (HARTHOORN). Omstreeks 1770 vestigde zich ene Jacob Severin Nyegaard in Nederland, maar zijn naam werd vernederlandst tot Nieuwenhuis (DM). [WFZ] |
afkortingen en bibliografische notaties: |
|