Nederlandse Familienamenbank |
Kamminga | < |
Kammenga Kampinga Kamstra Camminga Kamma |
naamsvermeldingen en literatuurreferenties:
• "De eerste maal dat de familie Cammingha wordt vermeld, is rond het jaar 1190. Hun stamvader, Wibrand Cammingha, woonde toen ten oosten van de stad in Camminghaburen of Cambuur. Uit het feit dat zijn familienaam en de naam van de buurschap waar hij woonde overeenkomen, terwijl in zijn familie ook de naam Kampo voorkwam, waarvan de naam Cammingha werd afgeleid, kunnen we afleiden dat Camminghaburen als adellijke machtspositie nog niet lang bestond" [Paul N. Noomen, 'Leeuwarden in de middeleeuwen', in: Leeuwarden 750-2000, Leeuwarden 1999, p 68]. • [P.N. Noomen, 'De familie Cammingha in de middeleeuwen: haar relatie met de stad Leeuwarden en haar positie in Oostergo', in: Leeuwarder Historische Reeks, 6. Leeuwarden 1997, p 10-98]. • [J.R.G. Schuur, Leeuwarden voor 1435, p 81]. • [H.T.J. Miedema, 'De Friese familienamen Kamminga en Kamstra', in: Naamkunde 6 (1974), p 42-50]. • Renick Kamminga, Leeuwarden ca. 1522; Withie Kammenga tot Kammengabwr, 1529; Frans Camminga, 1547 [Fontes Leovardienses, p 4, 28, 107]. • Hendrik Hemmes Kamminga, huw. 1655 Beerta; zoon van Hemmo Luirts & Tialde Gerrits (Sticker) [Boerderijen Beerta, p 105]. • "Te Leeuwarden woonde in de vorige eeuw een familie die het heeft gepresteerd zich een jaar of veertig lang afwisselend Camminga en Vellinga te noemen. Zij gebruikten eerstgenoemde naam wanneer zij het wolkammersvak uitoefenden en de tweede wanneer zij de kost verdienden in de vellebloterij. Met deze voorbeelden hoop ik te hebben gedemonstreerd dat de familienamen in 1811 niet voor eens en altijd werden gefixeerd" [Nieuwland-1980, p 75; W. Dolk, 'Camminga en Vellinga', in: Genealogysk Jierboekje (1967), p 56]. • [Ebeling-1984, p 63]. | |
• Kamminga, Cammenga: Friese FN, wellicht door assimilatie uit Kampinga, afl. van VN Kamp(e), Kemp(e). [WFZ] |
afkortingen en bibliografische notaties: |
|