Nederlandse Familienamenbank |
Brinke, ten |
< | Brink, ten | < |
Tenbrink Brinck, ten Zumbrink Hietbrink, ten Staden ten Brink, van |
naamsvermeldingen en literatuurreferenties:
• Mozes Samuel ten Brink (1806-1883), Denekamp 1839; zoon van Samuel Isaak ten Brink te Nordhorn [Jos Knipper, 'De omvangrijke joodse familie van Samuël Isaak ten Brink', in: 't Onderschoer 27 (2005), nr 1, p 59-63]. • [Henk van Hees, 'Oost-Nederlandse families in Eemnes: familie Ten Brink' in: Historische Kring Eenmes 38 (2016) nr 2, p 85-103]. | |
• Brink, (van den); Brinck, Brinks, van Brincken, Ten Brink, Tenbicq, Teblick, Téblick: Oostndl. PlN Brink: (gras)rand, open ruimte bij een erf of in een dorp, dorpsplein. 1266 Gerlach van den Brinck, Deventer; 1399 Heinrich Brinck (krijgt leen) te Brinck, Hengelo (Midd. 1975, 1-30, 85-93). [WFB2] | |
• Brink, (ten); van den Brink, te(n) Brinke: Oostelijke PlN Brink `(gras)rand, open ruimte bij een erf of in een dorp, dorpsplein'. 1266 Gerlach van den Brinck, Deventer (WF). [WFZ] |
afkortingen en bibliografische notaties: |
|